verraden

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Hij heeft niet alleen ons verraden maar ook de democratie.

Hij zit in het verzet en hij is verraden.

Ik was verraden door mijn eigen moeder.

Zijn blik verraadt gevoelens van trots en vertedering.

Uiteindelijk wordt hij verraden en verdwijnt hij opnieuw achter de tralies.

Zij voelden zich verraden door hun voormalige helden.

Tot een van de drie zich verraadde door zijn schoenen.

Zijn verlegen glimlach verried dat hij aangenaam verrast was.

Hij voelde zich verraden en ondankbaar behandeld, door talloze oude politieke vrienden.

Haar wat lijzige optreden verraadt een leven, kapotgemaakt door verdriet.

Wat daar gebeurd is, was voor hem ondenkbaar, hij voelde zich verraden.

Haar ochtendhumeur verraadde dat het geen grapje was.

Haar rode T-shirt en bruine rokje verraden dat zij niet per se wil opvallen.

Hij verraadt de sportmensen die hem als arts blindelings vertrouwden.

Niet alleen minderheden, ook politieke activisten en feministen in de regio voelden zich verraden.

De egel verraadt zich vaak door geritsel en gesnuif.

Waarom verraden muggen zich door hun gezoem?

Ze is door haar liefde verraden.

Haar grote groene ogen verraden een slagveld aan emoties.

Hij is naar het gerecht gestapt met zijn verhaal omdat hij zich verraden voelde door zijn baas.

Camerabeelden aan het appartement van het slachtoffer zouden hem hebben verraden.

Zijn grijze ogen verraden hoeveel plezier hij aan het politieke spel beleeft.

Ze worden daar verraden, opgejaagd en duiken onder.

Veel gebouwen ' verraden ' alleen al door hun vorm hun gebruiksfunctie.

De amandelvormige bruine ogen en expressieve mond verraden haar Arabische afkomst.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

accent

blik

gezicht

lichaam

lichaamshouding

lichaamstaal

man

mens

naam

oog

(5 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aanwezigheid

ambitie

angst

familie

gevoel

hand

invloed

land

leven

man

(4 meer)

pronomen

elkaar

haar

hem

hen

het

iets

je

mij

ons

veel

(2 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

onbedoeld

snel

vaak

bijzin ingeleid door

waar

wat

welk

wie

dat

of

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.