verwerven

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Deze dag heeft bekendheid verworven door zijn nationaal en internationaal karakter.

Binnen de kortste keren verwierf hij daar naam en faam.

De betalende derde verwerft geen enkel recht op de aansluiting.

Velen hebben zich daardoor een eigen huis kunnen verwerven.

Ze helpen hun kind inzicht te verwerven in zijn eigen sterktes en werkpunten.

Maar de criminelen proberen zich ook een plaats te verwerven in de reguliere economie.

In de laatste decennia heeft de wetenschap enorm veel inzichten verworven door specialistische kennis.

Ze verwierf enige bekendheid met haar korte verhalen.

Studenten moeten kennis verwerven om goede artsen te worden.

We willen met die producten vooral bekendheid verwerven.

We kunnen dankbaar zijn voor alle inzichten die we verworven hebben.

Je verwerft inzicht in al wat voorheen onduidelijk was.

Om sociale status te verwerven, investeren ze in sport of cultuur.

Je moet naam maken, dan verwerf je status in de gemeenschap.

Hij verwierf tevens faam als ontdekker van nieuw talent.

Tijdens het practicum natuurkunde verwerf je belangrijke praktische vaardigheden.

En dat wezen heeft zich in Nederland bestaansrecht verworven.

Voor hem moeten politici zich als individu een positie verwerven.

We hebben onze marktleidende positie verworven door consequent hoge kwaliteitsnormen te hanteren.

Door feedback te geven en te ontvangen verwerft ieder groepslid inzicht.

Grote bekendheid verwierf hij met zijn theaterwerk.

Fundamenteel inzicht wordt niet zelden moeizaam verworven.

Op Volksgezondheid verwierf ze vooral bekendheid met haar vergeefse poging een antirookwet in te voeren.

Hoe dan ook zijn ze ervan overtuigd dat ze in ons land geen status kunnen verwerven.

Hoe meer algemene kennis ze verwerft, hoe meer ze die kan verwerken in haar ontwerpen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bedrijf

club

gemeente

kind

kunstenaar

mens

museum

partij

staat

stad

(1 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

aandeel

bekendheid

belang

controle

faam

grond

inkomen

inkomsten

invloed

inzicht

(10 meer)

indirect object

Aan wie of wat, of voor wie of wat (...) men of wordt (...)?

pronomen

zich

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

definitief

moeizaam

recent

snel

prepositiegroep

met:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij verwerven?

kunnen

moeten

weten

willen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.