verkleinen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Men gaat het formaat van de voorwerpen verkleinen.

De biotechnologie heeft de afstand tussen wetenschap en sciencefiction sterk verkleind.

Het kan je gevoel van eenzaamheid verkleinen.

Daardoor wordt de kans op verstopping van de wegen in de omgeving verkleind.

Hierdoor was de sterkte vergroot, het gewicht verkleind en de luchtweerstand belangrijk verlaagd.

De bufferzone wordt verkleind tot 10 km rond het betrokken bedrijf.

Het risico kan echter aanzienlijk verkleind worden.

Een mooie manier om het aantal misverstanden te verkleinen.

GroenLinks wil de kloof tussen kopen en huren verkleinen.

De diplomatieke toenadering tussen Iran en Rusland verkleinde de politieke speelruimte van Nijazov.

We verkleinen de afvalberg, door voedingsresten te verwerken in diervoer.

Ik doe geen poging de afstand tussen ons te verkleinen.

Dit zal de lichaamsgrootte verkleinen t.o.v. de wind.

De groepsgrootte in de gehandicaptenzorg wordt verkleind.

Deze uitdraai wordt verkleind naar 80 %.

De drukker verkleint het omslag namelijk niet.

De krijgsmacht werd verkleind en de dienstplicht afgeschaft.

Het enige wat ze moeten doen om hun armoede te verkleinen is minder kinderen hebben.

Om het risico van wiegedood zoveel mogelijk te verkleinen wordt op de buik slapen afgeraden.

Investeringen en hogere consumptie kunnen dat gat verkleinen.

Bij de ingreep wordt de maag verkleind en de darm omgelegd.

De omvang is verkleind van meer dan 100.000 militairen tot ongeveer 40.000.

Als we binnen vijf jaar dat verschil met een kwart verkleinen, ben ik tevreden.

N.n. verkleinde die marge in de dagen daarna, maar kwam uiteindelijk 23 seconden tekort.

Hij verkleinde de macht van de bonden in Wisconsin, waarna er grootschalige protesten uitbraken.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bedrijf

overheid

pronomen

men

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

achterstand

afhankelijkheid

afstand

afvalberg

balans

begrotingstekort

belang

ecologische voetafdruk

inkomensverschil

kans

(10 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

aanzienlijk

drastisch

fors

sterk

prepositiegroep

door:

...

met:

...

met:

...

predicatieve aanvulling

prepositiegroep of conjunctiegroep

naar:

...

tot:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij verkleinen?

kunnen

laten

moeten

willen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.