aardappel

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

In mijn jeugd aten we dagelijks aardappelen, vlees en groente.

Schil de aardappels en kook in water met zout gaar.

Klop de eieren los en schenk ze bij de aardappels en uien.

Hij houdt van gebakken aardappelen met spekjes.

Kook de groenten zachtjes tot de aardappelen gaar zijn.

Hij schuift de hete aardappel door naar zijn opvolger.

Ik eet ontzettend graag aardappelen.

Jaap verbouwt niet alleen aardappelen, hij bakt er ook friet van.

Ik eet nu meer groenten, minder aardappelen en vlees.

Zoete aardappelen zijn vrijwel het hele jaar verkrijgbaar.

Bloemige aardappelen zijn kruimig: ze vallen bij het koken iets uiteen.

Hij schoof de hete aardappel door naar de Vlaamse regering.

Hij snijdt de geschilde aardappelen in blokjes van 2 bij 2 centimeter.

Vastkokende aardappelen blijven bij het koken heel.

Zijn dieet bestaat uit veel groenten en fruit en minder aardappelen, brood en pasta.

Aardappeltjes uit de oven zijn knapperig en niet te vet.

We kunnen de aardappel niet invriezen omdat de aardappel dan zijn structuur verliest.

19.00 uur: Ze eten aan tafel, het liefst groente, vlees en aardappelen.

Serveer ze bij stamppot zuurkool of zuurkool met gekookte aardappelen.

Na koffie, thee en cacao worden ook veel duurzame aardappelen, groente en fruit gekocht.

Serveer de bouten bij de zuurkool met kruimige aardappelen.

Ik spreek Frans alsof ik een hete aardappel in mijn mond heb en dat is jammer.

Snijd de nog hete aardappelen in plakken of blokjes en schep de dressing er door.

Onze voeding is goed uitgebalanceerd en daar horen groenten en aardappelen bij.

Giet de aardappelen af en stamp met een stamper.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben aardappel als subject?

bevatten

smaken

object bij

Welke werkwoorden hebben aardappel als object?

afgieten

bakken

eten

fijnprakken

koken

oogsten

opzetten

planten

poten

prakken

(10 meer)

determinator

substantief

gram

hectare

kilo

plak

stuk

ton

zak

pronomen of numerale

alle

geen

meer

minder

veel

bepaling voor "aardappel"

adjectief, participium of numerale

Parijs

biologisch

bloemig

gebakken

gekookt

gepoft

geschild

glazig

groot

heet

(8 meer)

bepaling na "aardappel"

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

schil

uit:

oven

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met aardappel?

aardappelen, vlees en groente

groente

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

de hete aardappel doorschuiven

met een (hete) aardappel in de [keel,mond] [praten, spreken]; [praten, spreken] alsof men een hete aardappel in [de, zijn] mond heeft

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.