viool

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Waar zachtjes de viool van André Rieu klinkt.

In het orkest zijn de violen het talrijkst vertegenwoordigd.

Ik speelde - en speel nog steeds - klassieke viool.

De viool, de piano, de accordeon.

Hij hockeyde en speelde viool en piano.

Margje vond het land, geel en blauw van de bedden violen, zó, langzaam kleurend, op z'n allermooist.

De kwekerij lag er net zo bij als ik me herinner van vroeger: de bedden met violen, cyclamen en hortensia's, de waterbak en gieters, de rietmatten en broeikassen waarin mijn vader met toewijding bloemen kweekte.

Ik vond het lawaai, en ik speelde viool.

Op elfjarige leeftijd schreef hij zijn eerste compositie voor viool en cello.

Ooit had hij de droom om zelf de eerste viool te spelen.

De cello is een stuk groter dan de viool en de altviool.

De violisten speelden niet op hun eigen viool.

Een van de snaren op mijn viool breekt om de haverklap!

Een viool kun je stemmen, een kapot instrument kun je desnoods vervangen.

Violen en altviolen kunnen tot 90 decibel halen, ook solo thuis bij het oefenen.

Schubert wordt hoogst welluidend vertolkt met viool, klarinet, gong en een beetje piano.

Vooraf ontmoeten ze mekaar kort backstage, om de violen te stemmen.

Ook als gevestigde naam speelde je soms tweede viool.

Als hij niet schilderde, musiceerde hij, vooral op viool.

Zoals bijvoorbeeld een viool gebouwd door de grootmeester uit Cremona.

Natuurlijk klinken ook de krijsende violen uit Psycho.

Hoeveel jaren oefenen op een viool tot de buren verhuisden?

Ik heb mijn viool onlangs dan ook verkocht, omdat ik vond dat zo'n instrument bespeeld moet worden. '

De violisten speelden niet op hun eigen viool.

De duurste viool die via de stichting aangekocht werd, kostte 280.000 euro.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben viool als subject?

klinken

spelen

object bij

Welke werkwoorden hebben viool als object?

bespelen

bouwen

horen

maken

schenken

spelen

stemmen

studeren

verkopen

bepaling voor "viool"

adjectief, participium of numerale

aanzwellend

duur

echt

eerste

elektrisch

kapot

klassiek

krijsend

modern

nieuw

(1 meer)

bepaling na "viool"

prepositiegroep of conjunctiegroep

uit

"viool" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

op

zonder

"viool" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

de snaren [op, van] een viool

een bed (met) violen

musiceren op een viool

oefenen op een viool

spelen op een viool

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met viool?

altviool

cello

contrabas

gitaar

piano

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

(de) eerste viool spelen

(de) tweede viool spelen

de violen [stemmen, gelijkstemmen]

eerste viool

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.