opgeven (omhoog laten komen)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Nog dagen gaf hij bloed op, een half kommetje per dag.

Ze hoestte, hoestte almaar, en soms gaf ze bloed op.

Na een paar dagen houden haar organen op met functioneren, begint ze bloed op te geven, raakt ze in coma en moet ze aan de beademing.

De directeur gaf hoog op over deze strategie.

Kinderen kunnen rood tot paars aanlopen en soms slijm opgeven of braken.

De patiënt wordt kortademig, gaat hoesten en slijm opgeven en krijgt meestal koorts.

Patiënten geven soms proppen bruinachtig slijm op.

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

bloed

slijm

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

hoog

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.