uitzetten (plaatsen)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Nog even en ze worden het land uitgezet.

Hij had visie en heeft bakens uitgezet.

Ook lezen we dat er een nieuwe vissoort is uitgezet.

Er is een speurtocht uitgezet die over beide terreinen liep.

De twee belangrijkste onzekere trends worden in een assenstelsel tegen elkaar uitgezet.

Deze zomer worden nog tien otters uitgezet.

Die hebben hem snel de winkel uitgezet.

Maar de grote lijnen worden wel door de politiek uitgezet.

Je ziet het vaker: hun coach had het parcours uitgezet.

Zet geen luifels, windschermen en stoeltjes uit op een plaats waar dat niet hoort.

In drie jaar moeten 26.000 uitgeprocedeerde asielzoekers worden uitgezet.

Een hond kun je ook niet zomaar in het bos de auto uitzetten.

Er werden politieke piketpaaltjes uitgezet, er werd gebrainstormd.

Ze leken daarmee in een val te trappen die ze zelf hadden kunnen uitzetten.

Er worden roofvogels gefokt en uitgezet, en geïmporteerd.

In woelig water moet je geen sloepje uitzetten.

Ze zitten vast om uitgezet te worden naar het land van herkomst.

Op een gegeven moment werd ze de kroeg uitgezet.

Met die informatie wordt een strategie uitgezet.

De huisbaas wilde hem het huis uitzetten.

Toen ze in 2015 en 2016 opnieuw vallen uitzetten, vingen ze niet één tijgermug.

Het is aan jou om een visie uit te zetten: waar wil dit museum naartoe?

De route wordt vijf maanden eerder uitgezet.

In acht jaar zette zijn regering circa 3 miljoen mensen uit.

Om zijn opmars te stoppen, zetten onderzoekers nu steriele stierkikkers uit.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

huisbaas

land

mens

minister

overheid

politie

president

regering

voorzitter

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

asielzoeker

bakens

beleid

dier

diplomaat

illegaal

kind

koers

krijtlijn

lijn

(11 meer)

pronomen

alles

die

haar

hem

hen

iemand

me

ze

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

substantief

deur

huis

kamer

land

partij

zaal

adverbium

daadwerkelijk

goed

hardhandig

snel

vaak

prepositiegroep

in:

natuur

natuurreservaat

wild

naar:

...

tegen:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij uitzetten?

blijven

gaan

kunnen

laten

moeten

mogen

willen

zullen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.