bakker

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Een bakker bakte brood.

Wie brood wil kopen, gaat naar de bakker.

Ze kunnen een brood kopen bij de bakker.

Van zijn veertiende tot zijn 64 jaar was Dellaert warme bakker.

Om de hoek was de bakker waar hij krentebollen wilde kopen.

De bakker en de slager zijn ook al gesloten.

Maar de bakker die zelf bakt, is zo goed als verdwenen.

In het dorp waar ik opgroeide, bracht de bakker zelf brood rond.

We missen een slager of warme bakker in de buurt.

De bakker maakt een dun beslag van meel en water en laat dat rusten.

Als een bakker geen brood verkoopt, gaat hij ook gewoon failliet.

Ik zou koffie zetten en taart halen bij de bakker.

De buren hadden een zuivelwinkel en verderop zat de bakker.

De helft van de dorpen telt nu minder dan honderd inwoners en heeft geen bakker, geen café, geen bank.

Neem op zondag de fiets naar de beste bakker uit de streek, voor de beste pistolets.

Op de toonbank liggen croissantjes en koeken van de lokale bakker.

De plaatselijke bakker heeft gebak laten bezorgen, ouders bossen bloemen.

De Turkse bakker heeft steeds meer Vlamingen als klant.

Wat zegt men over de school bij de bakker in de buurt?

Respect heb je voor de bakker om de hoek!

Zelfs de bakker op de hoek moet tegenwoordig innoveren om erbij te blijven horen.

Langs de bakker lopend rook ik de geur van stokbrood die me deed terugreizen in de tijd.

Je kunt niet snel even naar de bakker, want je moet je kind altijd meenemen.

Bakkers en slagers zijn er in sommige van die dorpen nog wel te vinden.

Anderzijds had je de koude bakker, die alleen een winkel had en brood uit de fabriek verkocht.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben bakker als subject?

bakken

gebruiken

maken

verkopen

zitten

determinator

pronomen of numerale

alle

elke

enkele

geen

meer

sommige

bepaling voor "bakker"

adjectief, participium of numerale

Marokkaans

Nederlands

Turks

ambachtelijk

ander

best

industrieel

jong

klein

lokaal

(2 meer)

bepaling na "bakker"

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

buurt

om:

hoek

op:

hoek

"bakker" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

bij

langs

naar

"bakker" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

even naar bakker

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met bakker?

slager

supermarkt

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

(het) komt voor de bakker

koude bakker

warme bakker

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.