dreigen (bijna gebeuren)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Er dreigt een financiële crisis.

Voor de anderen dreigt ontslag.

Stakingen dreigen.

Ze dreigen op straat te belanden.

De woningmarkt dreigt stil te vallen.

Een massale leegloop dreigt.

Het einde dreigt per 1 januari.

Doen ze dat toch, dan dreigen zware boetes.

Tien werknemers dreigen hun baan te verliezen.

Een tekort dreigt op de Europese markt.

In Nederland dreigt binnenkort zelfs weer een tekort.

Voor hen dreigt nu een boete van 1.250 euro.

Dat gevaar dreigt nu ook in Nederlandse ziekenhuizen.

De partij dreigt uiteen te vallen in twee kampen.

Honger dreigt in Zuid-Soedan.

Er dreigt een humanitaire ramp in Jemen.

Een herhaling van dit scenario dreigt.

Nu dreigt alsnog faillissement voor de werf.

Voor de 350 werknemers dreigt een financiële strop.

Een nieuwe recessie dreigt.

Ontslag dreigt voor veel coaches van kleinere sporten.

Een lange schorsing dreigt voor beide voetbalbestuurders.

Op korte termijn dreigt er geen gevaar.

Voor 3,6 miljoen mensen dreigt een voedseltekort.

Anders dreigt een strop van 400 miljoen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

boete

chaos

conflict

crisis

einde

faillissement

gevaar

hongersnood

ontslag

oorlog

(10 meer)

pronomen

hetzelfde

indirect object

Aan wie of wat, of voor wie of wat (...) men of wordt (...)?

prepositiegroep

voor:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij dreigen?

blijven

zullen

bijzin ingeleid door

te

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.