actualiteit

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Ik volg de actualiteit nog altijd op de voet.

Hun thema's pikken ze bij voorkeur uit de brandende actualiteit.

Naast de kassa discussiëren enkele buren over de actualiteit.

Had ik iets gemist in de actualiteit?

Maar actualiteit komt te weinig aan bod in de lessen.

Hij probeert de actualiteit elke keer vanuit een andere invalshoek te benaderen.

Ik merkte wel dat mijn boek werd ingehaald door de actualiteit.

Om de actualiteit te begrijpen, kun je soms beter oude boeken lezen.

Het tien jaar oude onderzoek heeft niets aan actualiteit ingeboet.

Je weet wel wat ik bedoel, als je de actualiteit gevolgd hebt.

Hierin verbindt hij de actualiteit met literatuur.

Ik volg vooral de actualiteit op vlak van kunst en cultuur.

Studenten moeten bij deze cursus drie maanden lang de actualiteit volgen in kranten en weekbladen.

Als je met hen praat over de actualiteit, beginnen ze vaak over het verleden.

Het wordt een mix van rap, actualiteit en humor.

Tijdens het breien, praten we over de actualiteit, over boeken, over kunst.

Ik zet de actualiteit van de afgelopen week op een rij en u zoekt de rode draad.

De definities sluiten bijvoorbeeld niet meer aan op de actualiteit.

Ik discussieerde graag en volgde de actualiteit op de voet.

Er worden geen grapjes gemaakt, we bespreken geen politieke actualiteit.

Internet is, zo is bekend, een rijke bron als het gaat om actualiteit en ontwikkelingen op diverse kennisgebieden.

Dat klinkt allemaal bekend in de oren voor wie de economische actualiteit wat volgt.

De werkgroep probeert zoveel mogelijk in te spelen op de actualiteit.

Had u twintig jaar geleden verwacht dat u een schrijver zou zijn die zo dicht op de actualiteit zou zitten?

Ieder jaar bekijken we opnieuw of de samenstelling van het programma nog wel voldoet, of het wel aansluit bij de actualiteit bijvoorbeeld.

Betekenissen

object bij

Welke werkwoorden hebben actualiteit als object?

becommentariëren

begrijpen

beheersen

bespreken

inspelen op

verbinden

volgen

bepaling voor "actualiteit"

adjectief, participium of numerale

brandend

cultureel

dagelijks

economisch

internationaal

maatschappelijk

politiek

recent

bepaling na "actualiteit"

prepositiegroep of conjunctiegroep

van:

dag

jaar

onderwerp

week

"actualiteit" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

door

in

naar aanleiding van

"actualiteit" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

dicht op de actualiteit zitten

door de actualiteit ingehaald worden

weinig aan actualiteit inboeten

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.