vijand

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Onze vijanden denken ons met hun verderfelijke sancties te kunnen verslaan.

Insecten hebben veel vijanden.

Door stil te vallen wordt de natuur een onzichtbare, ongrijpbare vijand.

De strijd tegen een onzichtbare vijand - terreur - is moeilijker te winnen.

Vijand nummer 1 in de keuken zijn ziekteverwekkende bacteriën.

Tijdens de oorlogsjaren was hij er een vijand van het volk.

Dit was vooral een mentaal gevecht tegen een onvoorspelbare vijand: de zee.

In de koppen draait alles om vriend of vijand.

De das heeft geen natuurlijke vijanden.

Ze heulde met de vijand.

Interessant is dat die vijand uit de eigen rangen komt.

Ze produceren dan een kleverig sap dat de vijanden verlamt of doodt.

De dieren hebben maar weinig natuurlijke vijanden.

De voormalige vijand werd uitzonderlijk mild behandeld.

Ze zit er om het land te beschermen tegen de vijand.

We moeten waken voor de vijand in ons midden.

De schubbige huid van een reptiel vormt een goede bescherming tegen vijanden en voorkomt dat het dier uitdroogt.

Hij is goed, zeggen vriend en vijand.

De ware vijand zit in Dublin en Dubai.

Waarmee schrik je een vijand het meest af?

Ze vinden hier minder natuurlijke vijanden.

Heel zachtjes peddelend, want de vijand ligt op de loer.

Of lopen ze uit humanitaire overwegingen over naar de vijand?

Heb uw vijanden lief, zegt hij.

Waarom bestrijden we bacteriën niet met hun natuurlijke vijand?

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben vijand als subject?

denken

komen

liggen

op de loer liggen

vinden

zitten

object bij

Welke werkwoorden hebben vijand als object?

aanvallen

afschrikken

bestoken

bestrijden

creëren

doden

helpen

kennen

kiezen

krijgen

(13 meer)

determinator

pronomen of numerale

alle

elke

geen

iedere

meer

minder

sommige

veel

weinig

bepaling voor "vijand"

adjectief, participium of numerale

Duits

belangrijk

buitenlands

duidelijk

echt

eeuwig

eigen

enig

erg

extern

(20 meer)

bepaling na "vijand"

substantief

nummer [één, 1]

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

midden

van:

Westen

democratie

land

staat

vijand

volk

"vijand" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

beschermen tegen de vijand

bescherming tegen de vijand

bestrijden met de natuurlijke vijand

de strijd tegen een vijand

een gevecht tegen een vijand

een oorlog tegen een vijand

opgewassen zijn tegen een vijand

overlopen naar de vijand

samenwerken met de vijand

vechten tegen een vijand

(3 meer)

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met vijand?

vriend

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

bemin uw vijanden

beste vijanden

de vijand staat [voor, aan] de [deur, poort]

heb uw vijanden lief

heulen met de vijand

iets zijn ergste vijand niet toewensen

vriend en vijand

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.