echtgenoot

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Amneris merkt dat haar aanstaande echtgenoot van een ander houdt.

In 2005 overleed haar echtgenoot.

Kort daarna stierf echtgenoot Dick aan kanker.

Op dat moment kwam haar echtgenoot thuis, die één van de daders een klap verkocht.

Ook mijn echtgenoot werkt.

Ze was ' het brein van de familie ', zei haar echtgenoot, met wie ze in 1943 in het huwelijk trad.

Naar Nederlands recht kan een persoon slechts één echtgenoot hebben.

Op haar 33ste leert Scheltema haar echtgenoot kennen.

In Hongkong heb ik mijn toenmalige echtgenoot ontmoet, een Nederlander.

Annie, al een tijdje verliefd op een ander, verlaat haar echtgenoot.

Lerou verloor vijf jaar geleden haar echtgenoot en koos voor groepswonen, omdat ze niet meer alleen wil zitten.

De wereld van Gemma (Emma Rigby) stort in als haar toegewijde echtgenoot gearresteerd wordt voor moord.

Waarom zou hij zijn echtgenoot moeten volgen?

Ze ziet haar echtgenoot nog geregeld, omdat hij in dezelfde buurt woont.

De mening van de ene echtgenoot is evenveel waard als de andere.

Een man die zijn vrouw verliest is ineens geen echtgenoot meer, maar weduwnaar.

Iedere echtgenoot kan zonder instemming van de andere een depositorekening openen en hierop verrichtingen doen.

Haar kersverse echtgenoot Saif en de drie andere inzittenden kwamen om.

Haar aanstaande echtgenoot blies hun huwelijk op het laatste moment af en ging er met haar geld vandoor.

Een nachtwinkeleigenaar, een grijsaard, een bedrogen echtgenoot: allemaal wonen ze in hetzelfde blok, met onderaan een afhaalrestaurant.

Haar eerste echtgenoot overleed in 2001.

Ze wordt ervan verdacht haar rijke echtgenoot te hebben laten vermoorden.

Ze sterft samen met haar wettige echtgenoot.

Het lukte haar niet zich te onttrekken aan het juk van haar gewelddadige echtgenoot.

Buren noemen hem ' aardig, een goede echtgenoot '.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben echtgenoot als subject?

houden van

ontvangen

overlijden

sterven

thuiskomen

vertellen

vinden

vragen

werken

zeggen

object bij

Welke werkwoorden hebben echtgenoot als object?

doden

doodschieten

hebben

leren kennen

ontmoeten

spelen

verlaten

verliezen

vermoorden

vinden

(2 meer)

determinator

pronomen of numerale

de ene

elke

geen

iedere

bepaling voor "echtgenoot"

adjectief, participium of numerale

aanstaand

agressief

ander

bedrogen

derde

dood

eerste

eigen

gewelddadig

goed

(27 meer)

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met echtgenoot?

dochter

echtgenote

partner

vader

zoon

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.