wraak

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Hij werd ontslagen en besloot wraak te nemen.

Maar wellicht is het gewoon ook zoete wraak.

Hij ontkent dat hij ook wraak wil nemen.

De politie nam volgens hem wraak voor het filmpje.

Een zoete wraak voor de verloren finale van 2010.

Jan Jacob blijft erbij dat hij niet uit is op wraak.

Zij zijn toch niet tevreden en nemen wraak op Palestijnen.

De spiraal van haat en wraak lijkt eindeloos.

Hij wil erachter komen wie het gedaan heeft en wraak nemen.

Brown nam wraak, met strikt muzikale middelen.

Emily neemt wraak op iedereen die haar familie kwaad heeft gedaan.

De op wraak beluste vader van de jongen komt verhaal halen.

De Engelsen zinnen op wraak voor 'het drama van Londen'.

Vanuit het kamp van de regering werd meteen wraak gezworen.

Het hoeft geen betoog dat hij belust was op wraak.

Wraak nemen lucht op, althans voor een tijdje.

Ook Yasser kent gevoelens van wraak en haat.

Edathy ontkende dat hij uit is op wraak.

Hun wraak is nog veel zoeter: eindelijk die langgekoesterde erkenning.

In een video zweren ze wraak te nemen op ongelovigen.

Dochter Judith, een vriendin van Noël, is uit op wraak.

De wraak van het Westland smaakt zoet.

Gedrieën zweren ze wraak op zoveel mannelijke ontrouw.

Je moet niet lang gestudeerd te hebben om spontaan haat en wraak af te wijzen.

Gaat ze wraak op hem nemen?

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben wraak als subject?

drijven

komen

smaken

volgen

object bij

Welke werkwoorden hebben wraak als object?

aanwakkeren

nemen

vrezen

willen

zoeken

zweren

determinator

pronomen of numerale

geen

bepaling voor "wraak"

adjectief, participium of numerale

blind

bloedig

persoonlijk

puur

sportief

ultiem

zoet

bepaling na "wraak"

prepositiegroep of conjunctiegroep

na

om

tegen

wegens

op:

pester

vijand

van:

God

familie

man

vrouw

voor:

aanslag

aanval

dood

misdaad

moord

nederlaag

onrecht

"wraak" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

bang voor wraak

belust (zijn) op wraak

de roep om wraak

gevoelens van wraak

uit (zijn) op wraak

uit wraak

zinnen op wraak

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met wraak?

eigenrichting

haat

vergelding

vergeving

weerwraak

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.