voorval

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Het voorval vond plaats ter hoogte van de Kanaalstraat.

Verschillende aanwezigen beschreven het voorval op hun blog.

Bij enkele voorvallen moest de politie er zelfs bij worden gehaald.

Het hele voorval raakte nu pas bekend.

We komen terug op het voorval met de revolver.

De bakkerij is gesloten sinds het voorval.

Wat later werd hem gevraagd aan een specifiek voorval uit zijn jeugd te denken.

Meldingen van ernstige voorvallen gaan ook naar de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

De hoogleraar herinnert zich een voorval op zijn eigen afdeling.

Dit voorval staat niet op zichzelf.

Zij heeft het voorval bij de politie gemeld.

Sommigen vragen advies voor financiële problemen, voorvallen van discriminatie.

Het aantal voorvallen neemt zelfs jaar na jaar af.

Niet meer reageren op ieder voorval.

Ik laat me echter niet beperken in mijn doen en laten door dit soort voorvallen.

De agenten waren vriendelijk en namen het voorval zeer serieus.

Als bij wonder overleefde hij het voorval.

Als voorbeeld noemt hij een voorval tijdens een bergwandeling.

De stad spreekt van een spijtig voorval, maar legt de verantwoordelijkheid bij de producent.

Over het voorval stak een storm van kritiek op.

Het voorval roept twee prangende vragen op.

Die was het hele voorval allang weer vergeten.

Ik vertelde het voorval aan mijn ouders.

Sinds de eerste dreigementen hebben ze alle voorvallen gedocumenteerd en waar mogelijk gefilmd.

De jonge student lacht cynisch om het voorval, maar begrijpt de verwarring niet.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben voorval als subject?

aangeven

aantonen

bewijzen

dateren

gebeuren

illustreren

leiden tot

op zichzelf staan

plaatsvinden

veroorzaken

(2 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben voorval als object?

aangrijpen

beschrijven

bespreken

betreuren

ernstig nemen

filmen

melden

minimaliseren

noemen

onderzoeken

(9 meer)

determinator

substantief

aantal

soort

pronomen of numerale

alle

dergelijk

elk

enkele

ieder

bepaling voor "voorval"

adjectief, participium of numerale

ander

dramatisch

eerder

ernstig

gelijkaardig

heel

klein

ongelukkig

pijnlijk

recent

(6 meer)

bepaling na "voorval"

prepositiegroep of conjunctiegroep

bij

in

met

op

uit:

jaar

jeugd

leven

van:

discriminatie

geweld

"voorval" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

aan de hand van

bij

door

na

naar aanleiding van

over

sinds

tijdens

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met voorval?

incident

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.