argumenteren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Er werd volgens hem stevig, maar vriendelijk en inhoudelijk geargumenteerd.

Soms argumenteert iemand dat te veel ongelijkheid tot maatschappelijke onrust leidt.

Het risico bestaat dat hij zou vluchten ', argumenteert het Bestuur.

De regering zal argumenteren dat dit maar geldt op enkele punten.

Hij zegt wat velen denken, alleen argumenteert hij beter.

Ik snap nu ook waarom hij argumenteerde zoals hij deed.

Niet argumenteren met mensen die woorden te kort komen.

Hoe u ook argumenteerde, het lukte niet.

Ze zijn relatief intelligent, kunnen goed argumenteren.

De kinderen leren op zo' n manier argumenteren en naar elkaar luisteren.

Ik zou hier willen argumenteren dat dit momenteel inderdaad het geval is.

Hij argumenteert dat onze cultuur niet verwoest wordt, maar gewoon verandert.

Men denkt mee, luistert, argumenteert, spreekt of zwijgt.

Hij kon toen al overtuigend argumenteren, daarin blonk hij uit.

Het mondelinge akkoord had geen juridische waarde, argumenteerde de rechtbank.

Hij moet maar zorgen dat hij scherp argumenteert en overtuigt.

De actiegroep argumenteerde dat de juiste procedure niet is gevolgd.

De club argumenteerde dat de obstakels waren opgeuimd.

Ze kunnen er eindeloos over argumenteren en fantaseren.

Hij wilde al zijn antwoorden voldoende kunnen argumenteren en staven met statistieken.

Je zou kunnen argumenteren dat zo iemand dan maar nooit meer vrij moet komen.

In discussies argumenteren we tot de dood.

Hij argumenteerde niet inhoudelijk maar retorisch, als wilde hij een ketterij bezweren.

Net als bij de oude Grieken argumenteren de personages op het scherpst van de snede.

Een andere groep wetenschappers argumenteert dat het verband net andersom is.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

advocaat

criticus

hof

land

minister

onderzoeker

overheid

politicus

rechtbank

regering

(4 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

goed

inhoudelijk

overtuigend

scherp

stevig

uitvoerig

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

met:

...

over:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij argumenteren?

kunnen

leren

proberen

willen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met argumenteren?

overtuigen

bijzin ingeleid door

dat

  • subject
  • object
  • verbum finitum
  • bepaling
  • voorzetselobject
  • n.n.
  • 1
    iemand argumenteert dat-zin
    • advocaat
      • Zijn advocaat argumenteert dat Uber geen taxidiensten verleent , maar een vorm van autodelen die niet toegankelijk is voor het publiek .
    • burgemeester
      • De burgemeester argumenteerde dat de maatschappelijke kostprijs van zo' n ' top 200 ' oploopt .
    • commissie
      • De Europese Commissie reageerde furieus en argumenteerde dat zoiets een rampzalig besmettingseffect zou hebben veroorzaakt in de rest van de eurozone .
    • criticus
      • Critici argumenteren dat het zal leiden tot een race-to-the-bottom op gebieden zoals sociale bescherming , veiligheid , gezondheid en milieu .
    • onderzoeker
      • De onderzoekers argumenteren dat fundamentele kennis van hoe een embryo zich ontwikkelt zal bijdragen aan ons slaagpercentage bij ivf .
    • politicus
      • De boze politici argumenteerden dat kerststallen deel uitmaken van de Franse cultuur en wezen op de christelijke wortels van Frankrijk .
    • regering
      • De federale regering argumenteert echter dat het geld dient om te investeren in openbare mobiliteit , zoals de NMBS .
    • tegenstander
      • Tegenstanders argumenteren dan weer dat vermogen al flink belast wordt in ons land .
    • voorstander
      • De voorstanders van het machinisme argumenteerden trouwens dat het inzetten van deze machines niet noodzakelijk slecht moet zijn voor de werkgelegenheid .
    • wetenschapper
      • Drie wetenschappers argumenteerden dat een zeldzame schildklierafwijking de abnormale waarden had veroorzaakt .
      • Drie wetenschappers argumenteerden dat een zeldzame schildklierafwijking de abnormale waarden had veroorzaakt .
      • dat
        • De actiegroep argumenteerde dat de juiste procedure niet is gevolgd .
      iemand voert als argument aan dat ...
      • Tegenstanders argumenteren dan weer dat vermogen al flink belast wordt in ons land .
      • (meer voorbeelden)
    • 2
      iemand argumenteert
          iemand voert argumenten aan voor of tegen iets in een betoog of discussie
          • Er werd volgens hem stevig , maar vriendelijk en inhoudelijk geargumenteerd .
          • (meer voorbeelden)
        • 3
          iemand argumenteert iets
              • beslissing
                • Ze moet voor maandag om 19 uur beslissen en haar beslissing ook argumenteren en rapporteren .
              • voorstel
                • Mensen praten er wel over , maar blijkbaar doen ze niet de moeite een voorstel te argumenteren .
              iemand onderbouwt iets met goede argumenten
              • Hij wilde al zijn antwoorden voldoende kunnen argumenteren en staven met statistieken .
              • (meer voorbeelden)
              gewoner is 'beargumenteren'
            • 4
              quote zo argumenteert iemand
                      quote, (zo) voert iemand als argument aan
                      • Het mondelinge akkoord had geen juridische waarde , argumenteerde de rechtbank .
                      • (meer voorbeelden)
                    • 5
                      iemand argumenteert quote
                            iemand voert als argument aan: ...
                            • Hij argumenteert : "Interviewer Ben Havemans ( bedoeld wordt Ben Haveman ) stelt de juiste vragen , maar Bouwman toont weinig zelfinzicht ."
                            • (meer voorbeelden)
                          • 6
                            iemand argumenteert met iemand
                                  iemand discussieert op basis van argumenten met iemand
                                • 7
                                  iemand argumenteert tegen iets of voor iets
                                          iemand voert argumenten aan tegen iets of voor iets
                                        • 8
                                          iemand argumenteert over iets
                                                iemand discussieert op basis van argumenten over iets