uitschakelen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Schakel al uw apparaten uit als u ze niet gebruikt.

In' 98 had Brazilië eerst Chili uitgeschakeld.

De ploeg werd in de achtste finale uitgeschakeld.

Het is een reflex, angst heeft het denken blijkbaar uitgeschakeld.

Ziekmakende mitochondriën kunnen met een genetische techniek gericht uitgeschakeld worden.

Schakelen we de stroom uit, dan verdwijnt het magneetveld.

Schakel het licht uit als u een kamer verlaat.

Mobiele telefoons dienen tijdens de therapie te worden uitgeschakeld.

Men schakelt te snel zijn gevoel uit, alsof dat een slechte raadgever zou zijn.

Bij 130 km/u schakelt de tractie-installatie zichzelf uit.

Ze slaagden erin twee schutters uit te schakelen en de toeristen te bevrijden.

De reactor werd enkele weken geleden uitgeschakeld voor een onderhoudsbeurt.

Antilichamen zijn, net als allergenen, eiwitmoleculen die antigeen kunnen uitschakelen.

In de neus en omgeving kan een dof gevoel optreden, omdat kleine zenuwen zijn uitgeschakeld.

In zulke gevallen kan je dus beter de flits uitschakelen.

Ze was ontzet toen ze al werd uitgeschakeld in de kwartfinales.

Gisteren werden alle 'thuispelers' uitgeschakeld in het kwalificatietoernooi.

In werkelijkheid werden tijdens de eerste experimenten onbedoeld ook andere genen uitgeschakeld.

Vorig jaar moest tijdens een storm een groot aantal windmolens worden uitgeschakeld.

Er is geen mogelijkheid om deze melding uit te schakelen.

De angst om die te verliezen, schakelt het verstand compleet uit.

Ik schakel de smartphone uit en geniet van de isolatie.

Zij bepalen welke methoden gebruikt mogen worden en schakelen buitenlandse concurrenten uit.

Schakel eerst de netspanning uit voordat u aan het onderhoud begint.

De politie test wapens om gewelddadige mensen uit te schakelen zonder ze te doden.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

leger

onderzoeker

ploeg

politie

software

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

concurrent

concurrentie

gen

man

ploeg

stroom

systeem

tegenstander

terrorist

vijand

pronomen

dat

die

hem

hen

het

iemand

ons

ze

zich

zichzelf

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

al

automatisch

definitief

direct

effectief

gewoon

goed

makkelijk

meteen

moeilijk

(10 meer)

prepositiegroep

in:

beker

finale

kwartfinale

voorronde

op:

EK

WK

voor:

WK

finale

titel

predicatieve aanvulling

adjectief of adverbium

kansloos

roemloos

pronomen

zelf

prepositiegroep of conjunctiegroep

als

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.