verwarring

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

In de groep ontstaat regelmatig verwarring.

Het etiket mag immers geen verwarring scheppen.

Dat zaait alleen maar verwarring, vinden de onderzoekers.

Het resultaat is toenemende verwarring.

De verwarring over zijn positie houdt voorlopig aan.

Live tv kan ook voor extra verwarring zorgen.

Zo wordt de verwarring van de man ook de verwarring van het publiek.

Twee is te veel, dat zorgt maar voor verwarring.

Het leidt tot grote verwarring en onzekerheid bij bondgenoten.

Met die vaststelling treedt verwarring op.

Wel vaker zie je deze verwarring.

Veel vragen, nog meer verwarring.

Begrijpelijk dan dat je ergens in een totale verwarring belandt.

De formatie werd deze week ontsierd door verwarring over de rol van Beatrix.

Dat vergroot ongetwijfeld de verwarring in deze zaak.

Het schetst een beeld van algehele verwarring.

Boosheid, chaos en veel verwarring bij autoriteiten

Er bestaat nogal wat verwarring over het begrip globalisering.

Vandaar de mogelijke verwarring.

Maar de omzendbrief zorgt voor grote verwarring en onrust.

We leven in een voortdurende staat van verwarring.

Een idee dat haar al snel in grote verwarring brengt.

De vrees voor nog meer verwarring onder consumenten is niet onterecht.

Opnieuw een bron van verwarring.

Maar waar komt de moderne verwarring vandaan?

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben verwarring als subject?

aanhouden

beginnen

bestaan

blijven

dreigen

groeien

heersen

komen

ontstaan

optreden

(2 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben verwarring als object?

begrijpen

brengen

creëren

geven

groter maken

opleveren

oproepen

scheppen

stichten

vergroten

(7 meer)

determinator

pronomen of numerale

alle

enige

geen

meer

veel

bepaling voor "verwarring"

adjectief, participium of numerale

algeheel

extra

geestelijk

groot

mogelijk

moreel

nodig

opperst

politiek

seksueel

(2 meer)

bepaling na "verwarring"

prepositiegroep of conjunctiegroep

onder:

...

rond:

...

van:

...

bij:

autoriteit

kiezer

klant

in:

hoofd

terminologie

over:

aard

begrip

betekenis

identiteit

positie

rol

vraag

"verwarring" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

een bron van verwarring

een staat van verwarring

in verwarring brengen

tijden van verwarring

tot verwarring leiden

voor verwarring zorgen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met verwarring?

angst

frustratie

onduidelijkheid

onrust

onzekerheid

twijfel

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.