voortzetten (doen verdergaan)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Hun zoon Kevin zet de zaak voort.

Maar de organisaties hebben hun werk in de regio voortgezet.

Na een korte periode van vrede, werd de strijd voortgezet.

In grote lijnen dient het bestaande beleid te worden voortgezet.

In dit gesprek wordt duidelijk of de procedure zal worden voortgezet.

De steun voor dit experiment moet in 1998 onverminderd worden voortgezet.

Ondanks de val van het kabinet zal de aanpak worden voortgezet.

Het onderzoek zal daarna worden voortgezet door Justitie.

Hij wees erop dat de inspecties niet jarenlang kunnen worden voortgezet.

Op de rest van de bedrijfsterreinen konden de activiteiten worden voortgezet.

Na afloop werd afgesproken het overleg voort te zetten.

Nu studeert ze rechten en zet haar strijd voort.

De euro zette zijn opmars voort tegenover de Amerikaanse dollar.

Juist veel vrouwen zetten de gruwelijke traditie voort.

Het veiligheidsapparaat zet die traditie vandaag gewoon voort.

Zet ze deze wereldverbeterende trend voort in haar nieuwe verhalenbundel?

Het recente regeerakkoord zet die lijn voort.

De grasachtige plant zet haar woekerende opmars voort.

Hij zette tradities op eigen wijze voort en dirigeerde ook veel eigentijdse muziek.

Hij zet zo een oude familietraditie voort.

De stakers kondigden aan de actie vandaag voort te zetten.

Dit seizoen zet hij zijn opmars voort.

Na de verkiezingen waren de drie partijen vastbesloten hun samenwerking voort te zetten.

De goudprijs zette gisteren zijn maandenlange opmars voort.

Uw vader begon een strijd tegen ongezond wonen, u zet die strijd voort.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

politie

president

regering

student

vrouw

zoon

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

activiteit

beleid

gesprek

lijn

onderzoek

opmars

project

samenwerking

strijd

traditie

(2 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

aanvankelijk

krachtig

langer

later

niet

online

onverdroten

onverkort

onverminderd

rustig

(5 meer)

prepositiegroep

door:

...

in:

...

met:

...

na:

...

tot:

...

zonder:

...

predicatieve aanvulling

adjectief of adverbium

alleen

samen

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij voortzetten?

blijven

gaan

kunnen

laten

moeten

mogen

willen

zullen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met voortzetten?

uitbreiden

versterken

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.