avond

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De avond valt, het uitzicht over Amsterdam is schitterend.

Een flits in de donkere avond.

Het eten is heerlijk en we hebben een geweldige avond.

Zo kom je de avonden door.

Ja, mijn dagen én avonden zijn gevuld!

Zij organiseerde avonden met de intellectuele elite.

De avond eindigde uiteraard met cadeaus en drank.

Wens ik u alvast een heel goede avond.

Mensen gaan in hun mooiste kleding naar restaurants, het is een avondje uit.

Hij werkt van 's ochtends half zes tot diep in de avond.

Helemaal droog wordt het pas tegen de avond.

De avond loopt op zijn eind.

Ik heb nog een paar avonden gezellig bij haar op de bank gezeten.

En Eefje de Visser sluit de avond af met poëtische liedjes.

De verenigingen kondigen interessante thematische avonden aan: van nieuw dj-talent over stand-upcomedy tot quizavonden.

De gemeente Goes belegde een avond waar 25 bewoners op afkwamen

Hoe groot is de kans dat wij een "te gekke" avond beleven?

De laatste avond besteden we aan een evaluatie van de cursus.

Het theater, dat een mens toch een heerlijke avond kan bezorgen, kwam in de knel.

Alle avonden en weekenden propte ik vol met afspraken.

Alle bedden zijn bezet, bijna elke avond.

Aankomende nacht is het helder en na een aangename avond koelt het af tot zo'n 10 graden.

Kortom, we hebben in de leesclub meer dan één aangename avond doorgebracht.

Vrijdagavond, prachtig weer, een fantastische avond om op het strand te gaan eten.

Ook de twee studenten hebben een fijne avond gehad.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben avond als subject?

object bij

Welke werkwoorden hebben avond als object?

aankondigen

afsluiten

beginnen

beleggen

beleven

besteden

bezoeken

bezorgen

bijwonen

doorbrengen

(18 meer)

determinator

substantief

aantal

paar

soort

pronomen of numerale

alle

beide

elke

ene

enkele

geen

iedere

meer

meerdere

sommige

(1 meer)

bepaling voor "avond"

adjectief, participium of numerale

aangenaam

achtereenvolgend

ander

bewust

bijzonder

cultureel

dol

donker

doordeweeks

dramatisch

(57 meer)

bepaling na "avond"

substantief

cinema

stappen

adverbium

daarvoor

ervoor

tevoren

uit

voordien

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

december

mei

week

met:

gast

lezing

muziek

vriend

van:

leven

mei

verkiezing

voor:

Kerst

dood

operatie

verkiezing

vertrek

bijzin ingeleid door

dat

die

waar

waarop

"avond" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

bij

gedurende

halfweg

halverwege

in

in de loop van

naar ... toe

op

per

tegen

(2 meer)

"avond" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

avond aan avond

avond na avond

de held van de avond

de man van de avond

de rest van de avond

de ster van de avond

de verrassing van de avond

eerder op de avond

het begin van de avond

het [eind, einde] van de avond

(11 meer)

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met avond?

nacht

weekend

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

's avonds

bonte avond

een [avondje, avond] uit

het heerlijk avondje

hoe later op de avond, hoe schoner (het) volk

van 's morgens vroeg tot 's avonds laat

van de vroege morgen tot de late avond

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.