ambtenaar

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De notaris is een openbaar ambtenaar.

Agenten, trambestuurders, vuilnismannen en andere ambtenaren voerden acties.

De ambtenaar vertelt u welke documenten u moet meenemen voor uw afspraak.

De toelage wordt uitbetaald na een controle van de bevoegde ambtenaar.

De toelage wordt uitbetaald na een controle van de bevoegde ambtenaar.

Contractuele ambtenaren hebben een veel lager pensioen dan vastbenoemde - statutaire - ambtenaren.

Achter de schermen is er dagelijks overleg met de betrokken ambtenaren.

Hij zou een ambtenaar hebben omgekocht.

Mohamed zelf is ambtenaar op het gemeentehuis van Molenbeek.

Volgens de bonden vinden ambtenaren dat ze geen waardering voor hun harde werk krijgen.

In 2004 werkten er nog 1.430 ambtenaren, in 2010 1.200.

Zij stelt de ambtenaren van de Kamer aan.

Ambtenaren worden geëvalueerd en beloond of gestraft.

Andere ambtenaren benoemt hij alleen krachtens een uitdrukkelijke wetsbepaling.

De speciale rechtspositie moest de ambtenaar te beschermen tegen politieke willekeur.

De ambtenaar moet worden gehoord alvorens tot een schorsing kan worden beslist.

Sinds de coup zijn zo'n 150.000 ambtenaren ontslagen of geschorst.

Daar wordt hij als een soort ambtenaar door de staat betaald.

Het kabinet wil een nullijn voor alle ambtenaren.

Volgens de premier hebben corrupte ambtenaren het systeem ondermijnd.

De voorzitter is de hoogste ambtenaar van Dijsselbloems ministerie.

Meer loon voor ambtenaren en onderwijzers is goed, zegt de FNV.

De politiebaas, een hooggeplaatste ambtenaar en een lokale rechter hebben al ontslag genomen.

Merkwaardig genoeg stijgt het aantal vastbenoemde ambtenaren.

Alleen ambtenaren in functie worden als het aan Kees Verhoeven ligt voortaan nog extra beschermd.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben ambtenaar als subject?

schrijven

vertellen

vinden

werken

weten

zeggen

zien

zitten

object bij

Welke werkwoorden hebben ambtenaar als object?

[aan het werk, op de klus] zetten

aanstellen

aanwerven

belasten

belonen

benoemen

beschermen

betalen

horen

inzetten

(11 meer)

determinator

substantief

aantal

generatie

groep

leger

soort

pronomen of numerale

alle

de meeste

die ene

elke

enkele

geen

iedere

meer

minder

sommige

(2 meer)

bepaling voor "ambtenaar"

adjectief, participium of numerale

Amsterdams

Belgisch

Brits

Brussels

Europees

Haags

Nederlands

Rotterdams

Vlaams

Waals

(54 meer)

bepaling na "ambtenaar"

substantief

Burgerzaken

prepositiegroep of conjunctiegroep

bij:

FOD

Financiën

afdeling

burgerlijke stand

dienst

gemeente

ministerie

overheid

provincie

stad

in:

dienst

functie

gemeente

met:

contract

macht

migratieachtergrond

statuut

op:

Financiën

Justitie

departement

gemeentehuis

ministerie

stadhuis

van:

Belastingdienst

Financiën

burgerlijke stand

departement

dienst

gemeente

minister

ministerie

overheidsdienst

politiekorps

(2 meer)

"ambtenaar" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

de lonen van ambtenaren

de nullijn voor ambtenaren

de pensioenen van ambtenaren

de rechtspositie van ambtenaren

de salarissen van ambtenaren

gesprekken met ambtenaren

omkoping van ambtenaren

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met ambtenaar?

bestuurder

diplomaat

leraar

militair

minister

onderwijzer

politicus

rechter

werknemer

zakenman

(1 meer)

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.