cliënt (klant)

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

' Mijn cliënt ontkent elke betrokkenheid.

Een advocaat staat zijn cliënt bij en verdedigt hem, maar hij vereenzelvigt zich niet met hem.

Zij krijgt in haar praktijk regelmatig cliënten die vastlopen in hun werk.

Regressietherapeuten confronteren evenals gedragstherapeuten cliënten met hun negatieve conditioneringen.

Sommige advocaten beweren altijd dat hun cliënt de waarheid zegt.

In de dagkliniek kunnen 8 cliënten per dag behandeld worden.

Een kliniek waar cliënten voor behandeling worden opgenomen.

W. is een cliënt met angststoornis.

De wijkverpleegkundige ziet acht tot tien cliënten per dag.

Banken zijn verplicht hun cliënten op risico's te wijzen.

Geen enkele cliënt gaf aan niet tevreden te zijn.

De sociotherapeut benadert de cliënt niet op agressieve wijze.

De vastgoedmakelaar was een cliënt van de advocaat.

Hoe komt de cliënt terecht bij de eerstelijnspsycholoog?

' Mijn cliënt betwist de nieuwe klacht.

Bij de aanpak staan de cliënten centraal; de zorg gaat uit van hun wensen.

De advocaat van Vikash laat na afloop van de zitting weten dat haar cliënt in beroep gaat.

De cliënt leert zich weer te ontspannen en tot rust te komen.

Mijn cliënt werkt goed mee met het onderzoek.

De cliënt vraagt in eerste instantie oprecht om hulp.

In veertien woningen wonen in totaal 120 cliënten, in elke woning wonen acht of negen cliënten.

Nu proberen begeleiders de cliënten te motiveren.

We ondersteunen cliënten bij hun deelname aan de samenleving.

In overleg met de cliënt wordt de planning en de werkwijze vastgesteld.

Tijdens de aanmelding wordt samen met de cliënt een beeld gevormd van de probleemsituatie.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben cliënt als subject?

aangeven

beschikken over

betalen

betwisten

centraal staan

deelnemen

deel uitmaken van

denken

ervaren

gebruiken

(25 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben cliënt als object?

aanhouden

aanmoedigen

adviseren

begeleiden

behandelen

benaderen

bereiken

beschermen

beschuldigen

betreffen

(38 meer)

determinator

substantief

aantal

categorie

groep

pronomen of numerale

alle

de meeste

elke

enkele

geen

geen enkele

iedere

meer

meerdere

sommige

(2 meer)

bepaling voor "cliënt"

adjectief, participium of numerale

aangemeld

betalend

betreffend

betrokken

buitenlands

eigen

gestabiliseerd

individueel

jong

minderjarig

(12 meer)

bepaling na "cliënt"

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

GGZ

gezondheidszorg

instelling

praktijk

voorziening

zorg

met:

aandoening

angststoornis

beperking

burn-outklachten

depressie

diabetes

eetstoornis

indicatie

probleem

problematiek

van:

advocaat

advocatenkantoor

afdeling

bank

dienst

gezondheidszorg

instelling

kliniek

praktijk

psychiatrie

(1 meer)

"cliënt" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

bij de cliënt thuis

contacten met cliënten

de behandeling van cliënten

de behoeften van de cliënt

de hulpvraag van de cliënt

de omgang met cliënten

de positie van de cliënt

de privacy van de cliënt

de rechten van de cliënt

de relatie met cliënten

(8 meer)

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met cliënt?

ex-cliënt

hulpverlener

medewerker

patiënt

therapeut

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.