begroeten

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

De vrouw begroet mij enthousiast.

Ik ben er trots op dat ik u hier vandaag mag begroeten.

Jaarlijks begroeten wij meer dan 3,5 miljoen passagiers bij ons aan boord.

Op vrijdagavond na zonsondergang wordt de sabbat begroet in de synagoge.

Oude bekenden begroeten mekaar en er wordt druk gepraat over het weer.

Politici hebben het vonnis met instemming begroet.

Ze begroet de kinderen vriendelijk en gaat bij hen zitten.

We hopen u binnenkort eens te mogen begroeten in één van onze winkels.

Als je links kijkt zie je het rode zand door de rode gloed van de ochtendzon die langzaam de dag begroet.

Het zou natuurlijk mooi zijn als we meerderen in onze kring zouden kunnen begroeten.

Merk hoe uw hond u benadert en begroet.

Hij begroet zijn bezoek met een vriendelijke glimlach.

In het Russische parlement wordt de delegatie met vreugde begroet.

De verrassing wordt met enthousiasme begroet.

Ze wordt begroet met drie dikke kussen.

De familie en nabestaande kunnen in alle sereniteit het lichaam begroeten.

De twee mannen begroeten elkaar hartelijk, we gaan meteen aan tafel.

Maar iedereen die langskomt, wordt begroet én bedankt voor het bezoek.

In Europa werd dit alles met scepticisme begroet.

Het Eindhovense publiek begroette de keeper met applaus.

De fans in zijn geboorteland zullen hem als een volksheld begroeten.

De media hebben zijn vertrek begroet als een belangrijke overwinning voor de persvrijheid.

Hij begroet me in het Nederlands, ik hem in het Duits, we komen elkaar in het Engels halverwege tegemoet.

Toch werd zijn benoeming begroet met opwinding.

Oud-collega's begroeten elkaar hartelijk.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

man

publiek

vriend

vrouw

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

bezoek

bezoeker

collega

fan

gast

kind

klant

lid

man

mens

(5 meer)

pronomen

elkaar

haar

hem

hen

iedereen

iemand

je

me

mij

ons

(2 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

enthousiast

hartelijk

joviaal

persoonlijk

uitbundig

vriendelijk

vrolijk

prepositiegroep

bij:

binnenkomst

met:

applaus

buiging

enthousiasme

gejuich

glimlach

handdruk

hoofdknik

instemming

scepsis

vreugde

(1 meer)

vergelijking met (zo)als

als

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij begroeten?

mogen

willen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.