zoenen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Een maand later hebben we voor het eerst gezoend.

Hij had haar vervolgens gezoend, eerst op de lippen, toen een tongzoen.

Hij vindt dat fijn, ze zoenen met elkaar.

Hij kon het natuurijs wel zoenen, zo gelukkig was hij.

Twee leuke, aantrekkelijke mannen die elkaar sexy zoenen.

In bijna alle culturen zoenen partners elkaar op de mond.

Ze drinken en zingen met elkaar, ze swingen en zoenen.

Ik loop naar haar toe, ze zoent mijn wangen.

Ik wilde een meisje eens op het kerkhof zoenen.

Hij probeerde haar daarbij op de wang te zoenen.

Er is ophef over twee heteromannen die elkaar zoenen.

Meisjes zoenen met elkaar, voor de lol.

We zoenen en wensen elkaar veel liefs en sterkte de komende dagen.

Na afloop liepen we naar onze fiets en begonnen elkaar spontaan te zoenen.

Er worden Amerikaanse handen geschud, er wordt op wangen gezoend.

Mannen en vrouwen zoenen elkaar ook, maar dat is me destijds ontgaan.

De emoties troffen doel: iedereen aanwezig lachte, zoende of danste.

Ze botsen tegen elkaar aan, zoenen de verkeerde partner of brengen elkaar aan het lachen.

Er werd gezoend en geknuffeld, gedanst en gejonast, gezongen en getoeterd.

Er wordt gedanst, geflirt en gezoend.

We spraken af en tijdens die eerste afspraak hebben we gezoend.

Begin je gewoon te zoenen, of vraag je het eerst?

Nu ga ik' m maar eens zoenen, dacht ik.

Aan het eind had bijna iedereen met bijna iedereen gezoend.

Ze pakt zijn hand vast en zoent zijn gezicht.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

jongen

kind

man

meisje

mens

partner

vrouw

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

pronomen

elkaar

haar

hem

iedereen

je

me

mij

ze

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

eerst

goed

graag

innig

prepositiegroep

op:

mond

wang

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

met:

elkaar

jongeman

jongen

man

meisje

vriend

vriendin

vrouw

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij zoenen?

beginnen

kunnen

laten

mogen

proberen

staan

willen

zien

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met zoenen?

aanranden

knuffelen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.