aanrecht

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Op het aanrecht in de keuken werden smeulende resten aangetroffen.

Zet de schaal daarna klaar op het aanrecht.

Hij zocht een vrouw voor achter het aanrecht.

Ik zoek de ingrediënten bij elkaar, zet ze op het aanrecht.

Tuinkruiden, die moet u altijd op het aanrecht hebben staan.

Het marmer wordt gebruik als aanrecht voor in de keuken.

Laat ongeveer 15 minuten op het aanrecht tot iets onder kamertemperatuur komen.

Op het aanrecht stond een thermoskan en lagen voedselresten.

Rol het op een met bloem bestoven aanrecht uit.

Bestuif het aanrecht of een theedoek met bloem.

Leg ook alvast de boter op het aanrecht, zodat hij wat zachter wordt.

De snijboonmolentjes en de Sunlightzeep liggen op het granieten aanrecht.

Meestal gaat het om zoetigheid die ze ontdekt hebben op de aanrecht, in een keukenkast of misschien zelfs in een niet goed afgesloten afvalemmertje.

Op het aanrecht en de werkvlakken van de keuken staat vuile vaat opgestapeld.

Ze staat in de keuken, losjes leunend op het aanrecht, dat vol staat met afwas.

Hij heeft een ruime blauwe keuken waar hij zelf achter het aanrecht staat als er gasten komen eten.

Leg het deeg op een met bloem bestrooid aanrecht en kneed het heel kort door.

Om voor tien man te koken, is het gemiddelde aanrecht te klein.

U kunt de schone vaat op het aanrecht laten drogen, of afdrogen met een schone theedoek.

De meeste mensen hebben op het aanrecht een koffiezetapparaat, een waterkoker en bijv. een mixer permanent staan.

Soms kunnen de kastjes onder het aanrecht vochtig zijn, vooral als zij van hout gemaakt zijn.

Hun huis hebben ze achtergelaten alsof ze een eindje om gingen: kopjes vuil op het aanrecht, bedden onopgemaakt.

Laat geen dingen op het aanrecht staan waar katten van houden (zoals rauw vlees).

Toen Nederlandse vrouwen nog massaal aan het aanrecht stonden, werkten alle Russische vrouwen al voltijds.

In de keuken is het belangrijk goed licht op de handen te hebben, b.v. bij het werken aan het aanrecht.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben aanrecht als subject?

eruitzien

staan

object bij

Welke werkwoorden hebben aanrecht als object?

bestuiven

schoonmaken

"aanrecht" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

aan

achter

boven

onder

op

tegen

"aanrecht" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

achter het aanrecht vandaan

een hoek van het aanrecht

een met bloem bestoven aanrecht

op het aanrecht [klaarzetten, zetten, liggen, staan]

terug achter het aanrecht

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.