vuurwerk

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Vuurwerk barst los en mensen juichen als de lucht boven het stadion oplicht.

Veel honden zijn bang voor vuurwerk.

Vermoedelijk gaat het om zwaar, illegaal vuurwerk.

Ik zit niet in de politiek om vuurwerk te maken.

De stad had alle vuurwerk voor privégebruik verboden.

Per persoon mag je maximaal 25 kilo vuurwerk in je bezit hebben.

Het traditionele vuurwerk in het centrum vindt ook opnieuw plaats.

Er kwam vuurwerk, maar dan vooral tussen de oppositie en de meerderheid.

Uiteraard bestaat er ook een wet over vuurwerk.

De volgende vergadering met de directie belooft alvast opnieuw vuurwerk te geven.

Oudejaarsavond in Gent is niet compleet zonder het vuurwerk.

In de gemeente Dilbeek is het gebruik van vuurwerk nochtans verboden.

Tot zover geen vuurwerk bij de presentatie van de Michelingids voor 2016.

Het indrukwekkende vuurwerk boven de Schelde, zaterdagavond, was een van de absolute hoogtepunten.

De OVV adviseerde twee soorten vuurwerk te verbieden.

Maar een film die draait om visueel vuurwerk kan ook zonder superster.

Kopers van zwaar vuurwerk riskeren een boete en minstens zestig uur taakstraf.

Ontsteek het vuurwerk op een geschikte plek.

Maar dat soort vuurwerk verkopen wij helemaal niet.

In de verte ontploft het majestueuze vuurwerk rond de Big Ben.

Om middernacht volgde een spetterend vuurwerk op de Zeilplas.

De aanhang van Feyenoord stak vuurwerk af op de tribunes.

In zijn woning lagen wapens en illegaal vuurwerk.

Natuurlijk wordt het meeste vuurwerk in het donker afgestoken.

Plotseling knalde er vuurwerk vlak achter me.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben vuurwerk als subject?

afgaan

beginnen

knallen

komen

liggen

losbarsten

ontploffen

plaatsvinden

veroorzaken

volgen

object bij

Welke werkwoorden hebben vuurwerk als object?

aansteken

afgelasten

afschieten

afsteken

bekijken

beloven

beperken

bestellen

geven

gooien

(11 meer)

determinator

substantief

hoeveelheid

kilo

soort

stuk

ton

pronomen of numerale

geen

meer

minder

veel

weinig

bepaling voor "vuurwerk"

adjectief, participium of numerale

Bengaals

echt

groot

groots

illegaal

legaal

muzikaal

politiek

professioneel

spetteren

(6 meer)

bepaling na "vuurwerk"

prepositiegroep of conjunctiegroep

bij

boven

tijdens

uit

voor

in:

gemeente

stad

op:

oudejaarsavond

straat

"vuurwerk" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

met

zonder

"vuurwerk" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

bang voor vuurwerk

blind door vuurwerk

gebruik van vuurwerk

gevaren van vuurwerk

handel in vuurwerk

opslag van vuurwerk

verbod op vuurwerk

verkoop van vuurwerk

voor vuurwerk zorgen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.