viooltje

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De viooltjes in de bloembak stonden in volle bloei.

Ze hebben nu in elk gat viooltjes geplant.

Voor de gevel van de winkel staan op een smal trottoir schalen met vrolijke viooltjes en narcissen.

En daar weer voor komen lage lavendelstruiken, omringd door driekleurige viooltjes.

Je kunt je poké 'pimpen' met ingemaakte babymaïs, lotuschips en wat eetbare viooltjes.

Bij Dean & DeLuca hadden we een klant die gesuikerde viooltjes kocht voor haar norwichterriër.

Kies als toetje de crème brûlée met pistache en kersen en een tuiltje viooltjes on top.

Met de geur van viooltjes en de smaak van zwarte pruimen.

Vandaag zijn dat tulpen, een perenboom, viooltjes in bakken, look-zonder - look en maagdenpalm.

De berm wordt opgefleurd door pas geplante viooltjes.

Maar de bloeiende maartse viooltjes of de vijgenboom die aan het botten is, trekken zich daarvan alvast niets aan.

Ook lavendel en viooltjes kunt u zaaien, maar dat vergt geduld, dus smokkel met gekochte lavendelsoorten en kleinbloemige violen.

De bloembakken op het Museumplein, vaak gevuld met viooltjes, laten daarentegen zien dat er met de snelheid van handelen niets mis is.

Men verzint daar dat mensen die veel pindakaas eten meer last hebben van bloeiende viooltjes in hun bloembakken dan mensen die in de zomer marmelade op brood nemen.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben viooltje als subject?

in bloei staan

object bij

Welke werkwoorden hebben viooltje als object?

planten

zaaien

determinator

substantief

tuiltje

bepaling voor "viooltje"

adjectief, participium of numerale

bloeiend

driekleurig

eetbaar

gesuikerde

maarts

vrolijk

bepaling na "viooltje"

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

bloembak

"viooltje" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

de geur van viooltjes

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.