akkoord

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Zij moeten tenslotte tot een akkoord komen.

Volgend jaar lopen eerder gesloten akkoorden met de zorgsector af.

Maar een definitief akkoord is er nog altijd niet.

Er is een mondeling akkoord, maar het is nog niet getekend.

' We hebben met de stad een schriftelijk akkoord gesloten.

Grote bedrijven zullen zulke akkoorden rechtstreeks kunnen sluiten met de fiscus.

Jammer alleen dat het akkoord over de begroting van 2013 nog verre van rond is.

De uiteindelijke beslissing om tot een onderling akkoord te komen ligt bij de partijen.

Het akkoord tussen beide partijen moet nog formeel bekrachtigd worden.

Het sociaal akkoord bepaalt dat men in sommige sectoren kan besluiten tot vervroegde uittreding.

In februari werd wel een akkoord op hoofdlijnen gesloten.

Wij hebben als enige partner het akkoord ondertekend.

Voor eind april moet blijken of een akkoord met de schuldeisers mogelijk is.

Over de bedragen bestaat in Vlaanderen nog geen akkoord.

Zo gloedvol zong hij zijn songs, zo gedreven sloeg hij akkoorden aan op verschillende keyboards, dat je vóélde dat de honger jaren opgespaard was.

De regering moet het sociaal akkoord nog bekrachtigen.

De federale regering hoopt daarover deze week een akkoord te bereiken.

Hij speelt een paar akkoorden op zijn gitaar.

Ik kende vier akkoorden, geloof ik.

Dat doe je door samen akkoorden te smeden, naar oplossingen te zoeken.

Een kleine partijelite werkte een akkoord uit – met de bekende gevolgen.

Voor elke vorm van samenwerking hebben de Zwitsers een bilateraal akkoord.

Kyoto is het enige bindende akkoord over uitstootreductie, maar het loopt eind dit jaar af.

Na vijf maanden werd een sociaal akkoord bereikt.

Volgens het akkoord van Schengen mogen ze vrij van het ene land naar het andere reizen.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben akkoord als subject?

aflopen

behelzen

bepalen

bestaan

betekenen

bevatten

bieden

blijven

brengen

erin zitten

(35 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben akkoord als object?

aankondigen

aanpassen

aanslaan

aanvaarden

aanvechten

aanvragen

accepteren

afdwingen

afkloppen

afschieten

(68 meer)

determinator

substantief

aantal

paar

reeks

soort

pronomen of numerale

alle

beide

dergelijk

elk

enkele

geen

het ene

meer

veel

bepaling voor "akkoord"

adjectief, participium of numerale

Europees

Parijs

alomvattend

ambitieus

ander

belangrijk

bereikt

bilateraal

bindend

communautair

(31 meer)

bepaling na "akkoord"

prepositiegroep of conjunctiegroep

met:

EU

Europa

bond

land

regering

schuldeiser

vakbond

op:

hoofdlijn

over:

begroting

cao

hervorming

programma

verdeling

tussen:

land

partij

partner

van:

Parijs

Schengen

voor:

contract

jaar

seizoen

bijzin ingeleid door

dat

waarin

waarmee

"akkoord" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

blij zijn met een akkoord

de details van het akkoord

de inhoud van het akkoord

de kans op een akkoord

de ondertekening van het akkoord

de presentatie van het akkoord

de tekst van het akkoord

de uitvoering van het akkoord

dicht bij een akkoord [staan, zijn]

tevreden zijn met een akkoord

(1 meer)

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

centraal akkoord

gebroken akkoord

gerechtelijk akkoord

het op een akkoord(je) gooien

interprofessioneel akkoord; IPA

sociaal akkoord

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.