wrijven

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Hij wrijft in zijn handen en blaast erop.

Klopt, wrijf het er nog maar eens in.

Zij zullen zich zondagavond in hun handen hebben gewreven.

Ze pakt haar bril van haar neus en wrijft de tranen uit haar ogen.

Haar vingers wrijven onophoudelijk over het tafelblad.

De andere hand wrijft over het hoofd van een huilende jongen.

Doe de knoflooktenen en het grove zout in de vijzel en wrijf tot een fijne puree.

Morgen gaan we betogen om hem dat onder de neus te wrijven.

Hij wrijft zijn wangen warm.

Gelukkig zijn er altijd partijprominenten bereid om zout in de wonden te wrijven.

Hij wrijft in zijn ogen, alsof hij beelden wil uitwissen.

Dit vrolijke gebruik om de overwinning te vieren, werd nu gebruikt om het verlies erin te wrijven.

Je kunt nog zo hard wrijven, wat achter je ligt gaat niet snel weg.

En terwijl ik de slaap uit mijn ogen wreef, dacht ik: hoe weet hij dat nou?

Zijn ogen schieten vol, hij wrijft over zijn gezicht.

De oppositie wrijft zich ondertussen in de handen.

Om het er nog eens in te wrijven.

Voeg de geelwortel, gember, peper en kokosolie toe en wrijf tot een pasta.

Ze wreef gedachteloos met haar hand over haar buik en staarde een poosje voor zich uit.

Hij wrijft over haar arm en spreekt met zachte stem.

Als die rondgedraaid worden, wrijven ze langs met paardenhaar gevulde kussens.

Hij is rijk en wrijft het er graag in.

Zachtjes wrijft hij over zijn gehavende knokkels.

Denk eraan, niet in je ogen wrijven – vanwege die pepertjes.

Hij wrijft vergenoegd in zijn grote handen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

hand

vinger

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

gezicht

hand

slaap

zout

zout

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

hard

stevig

voorzichtig

zachtjes

prepositiegroep

over:

arm

baard

been

buik

gezicht

rug

in:

gezicht

haar

hand

oog

vlek

wond, wonde

met:

doek

hand

vinger

tegen:

elkaar

langs ... heen:

elkaar

uit:

oog

tussen:

...

predicatieve aanvulling

adjectief of adverbium

warm

prepositiegroep of conjunctiegroep

tot:

mengsel

pasta

puree

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij wrijven?

kunnen

moeten

mogen

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

het erin wrijven

iemand iets onder de neus wrijven

zich in de handen wrijven

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.