vaccineren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Kinderen worden gevaccineerd tegen alle mogelijke ziektes.

Hij verplicht ouders voortaan om hun kinderen te laten vaccineren.

Deze herfst zou ik hem willen laten vaccineren tegen de griep.

Het advies: laat uw kind alsnog vaccineren tegen mazelen.

We hebben ondertussen elke hond gechipt en gevaccineerd, een nieuwe waterput gestoken en over twee weken zal er een nieuw dak gelegd worden.

Je kind wel of niet laten vaccineren tegen meningitis?

Preventie werkt alleen echt preventief wanneer je ieder kind vaccineert tegen schaamte.

Vanaf 1 juli kunnen zwangere vrouwen zich gratis laten vaccineren tegen kinkhoest.

Het gros van de Nederlanders is toch als kind tegen kinkhoest gevaccineerd?

De Gezondheidsraad adviseert kleine kinderen voortaan te vaccineren tegen het rotavirus.

In Nederland worden kinderen al sinds 1954 tegen kinkhoest gevaccineerd.

Meisjes kunnen zich vandaag zelfs op school gratis tegen het virus laten vaccineren.

In veel landen moeten die nu aantonen dat ze tegen polio zijn gevaccineerd.

Ouders laten hun kinderen niet vaccineren, mensen ontkennen de opwarming van de aarde.

Ook in antroposofische kring is de bereidheid om kinderen op tijd te laten vaccineren kleiner.

Het meisje was niet gevaccineerd tegen de infectieziekte.

Tevens is het mogelijk tegen chlamydia te vaccineren.

Mensen en vee kunnen worden gevaccineerd tegen de ziekte, maar in het wild blijft ze onvermijdelijk aanwezig.

Toen ze acht weken waren, zijn de welpjes gevaccineerd tegen kattenziekte.

Van tientallen medewerkers bij de ambulancedienst in Amsterdam is onzeker of ze voldoende zijn gevaccineerd tegen besmettelijke ziektes.

Preventief kan je de fret wel laten vaccineren.

Afhankelijk van de bestemming, de reisduur en reisomstandigheden verdient het aanbeveling u tegen buiktyfus te laten vaccineren.

Degenen die gevaccineerd zijn, maken de ziekte met minder erge symptomen door.

Zoals mensen zich vaccineren tegen ziekten als polio of malaria, beschermen telers hun gewassen soms vroegtijdig om ziekte gedurende het groeiseizoen te voorkomen.

Mensen ouder dan 65, zwangere vrouwen en chronisch zieken die zich nog niet hebben gevaccineerd, wordt aangeraden dat snel te doen. (dka)

subject

Wie of wat (...)?

substantief

verpleegkundige

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

asielzoeker

baby

bevolking

dier

hond

jongen

kind

meisje

mens

patiënt

(4 meer)

pronomen

iedereen

zich

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

eerder

goed

jaarlijks

meteen

niet

preventief

snel

verplicht

prepositiegroep

met:

antigriepvaccin

cel

injectie

poliovaccin

vaccin

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

tegen:

HPV

HPV-virus

MKZ

griep

hepatitis

infectieziekte

kanker

kattenziekte

kinkhoest

mazelen

(6 meer)

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij vaccineren?

gaan

laten

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.