bespeuren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Ik bespeur te weinig passie voor de fiets.

Wanneer ze een politiewagen bespeurt, maakt ze dat ze wegkomt.

Als ze al een correlatie bespeurden, was ze meestal lichtjes negatief!

Bespeur ik daar enige wrok?

De zon is volop aanwezig en er zijn nauwelijks wolken te bespeuren.

Ook in haar verhalen achteraf bespeur je geen bitterheid – vooral waardigheid.

Bespeurt u verbeteringen?

Er was geen lijn in het spel te bespeuren.

Ik bespeur ook geen ironie in zijn muziek.

In de geneeskunde valt een zelfde trend te bespeuren.

Monasch bespeurt een „ een heel vriendelijke sfeer" op straat.

Ik bespeur ook een zekere gêne.

Maar behalve de vissen is er amper een levende ziel te bespeuren.

Bijna nergens op zijn schilderijen is menselijk leven te bespeuren.

Als ik binnenkom, bespeur ik een licht ongemak.

Ook zijn er invloeden te bespeuren van dat andere Franse electroduo, Justice.

Het Platform bespeurt ' tegenstrijdige signalen ' van de federale regering.

Bespeur ik hier een stevige weerzin tegen charlatanpraktijken?

Ik bespeur het in zowel rood als wit.

Ik bespeur een zekere koudwatervrees.

U bespeurt geen angst meer?

Zodra je overdrevenheid bespeurt, moet je voorzichtig gaan worden.

Steeds bespeurt men bij de kiezers verreweg het grootste tekort aan invloed.

Alleen bespeurt niemand enige visie.

Soms bespeurt de VVS ook ronduit misleidende superlatieven.

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

activiteit

beweging

geen greintje

gevaar

invloed

leven

lichtpunt

lijn

spoor

teken

(6 meer)

pronomen

iets

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

al

amper

nauwelijks

nergens

prepositiegroep

bij:

...

in:

...

onder:

...

op:

...

tussen:

...

bijzin ingeleid door

hoe

dat

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

in geen velden of wegen te bespeuren zijn

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.