De meeste vluchten op de hoofdstad werden geannuleerd.
Duizenden luchtreizigers kwamen vast te zitten omdat hun vluchten werden geannuleerd.
Uw bestelling wordt gewoon geannuleerd en uw voorschot wordt terugbetaald.
Die vlucht werd geannuleerd, en ze moesten zelf voor hun vervoer zorgen.
De vlucht werd geannuleerd uit veiligheidsoverwegingen door het felle regenweer.
Analisten vrezen ook dat reeds gedane bestellingen kunnen worden uitgesteld of geannuleerd.
De bestelling van drie treinen wordt geannuleerd.
Gisteren werd de openingsrit geannuleerd wegens zware onweders.
Geen enkele voorstelling werd geannuleerd, hoogstens werd ze ingeleid met een passend eerbetoon.
Een annuleringsverzekering treedt in werking als u uw reis moet annuleren wegens een verzekerde oorzaak.
In het weekeinde moesten vluchten worden geannuleerd omdat er een luchtbel in een kerosinepijpleiding zat.
Ook werden ruim vierhonderd vluchten geannuleerd.
Door borstkanker heeft ze haar reis al twee keer moeten annuleren.
Een gevolg van buitenlanders die hun reizen annuleren vanwege de terreur.
De tournee die je annuleerde was al vrijwel uitverkocht.
Alle slagen met de verkeerde bal worden geannuleerd.
Aziatische vliegmaatschappijen hebben tot de helft van hun vluchten geannuleerd.
Hotelreserveringen worden massaal geannuleerd, cafés en restaurants blijven leeg.
Na wikken en wegen annuleerde de directie de bestelling.
Luchthavens werden gesloten en vluchten geannuleerd.
Boekingen kunnen tot 120 dagen voor vertrek gratis gewijzigd of geannuleerd worden.
De resterende kooporders worden geannuleerd en het winkeltje gaat dicht.
Het vuurwerk op de openingsavond werd geannuleerd; het weer was erg slecht.
Zelfs veel buitenlandse musici annuleren hun concerten.
De wedstrijd werd meteen stilgelegd en geannuleerd.
subject
Wie of wat (...)?
substantief
object
Wie of wat (...) men of wordt (...)?
substantief
bepaling
Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?
adverbium
gratis
kosteloos
massaal
voorlopig
bepaling
prepositiegroep
...
...
...
...
...
verbum auxiliare of groepsvormend verbum
Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij annuleren?
laten
moeten
willen
- subject
- object
- verbum finitum
- verbale aanvulling
- 1iemand annuleert iets
- klant
- Klanten mogen voortaan binnen 48 uur gratis annuleren .
- luchthaven
- Luchthaven Heathrow annuleerde gisteren 260 vluchten wegens de sneeuw .
- luchtvaartmaatschappij
- Luchtvaartmaatschappijen annuleerden gisteren meer dan 5300 vluchten van en naar het gebied .
- reiziger
- Ruim 700.000 reizigers zullen hun vlucht moeten omboeken of annuleren .
- zangeres
- De Britse zangeres annuleert haar komende concerten op het Europese vasteland wegens oververmoeidheid .
- concert
- Zelfs veel buitenlandse musici annuleren hun concerten .
- evenement
- We kozen ervoor het evenement te annuleren .
- festival
- Door hun acties moest het festival van Avignon toen geannuleerd worden .
- optreden
- Hun optredens werden in allerijl geannuleerd .
- plan
- Maar het Louvre annuleert het plan omdat het de nodige fondsen niet bijeen kreeg .
- reis
- In geval van onvoldoende deelname behouden wij ons het recht voor een reis te annuleren .
- Een annuleringsverzekering treedt in werking als u uw reis moet annuleren wegens een verzekerde oorzaak .
- show
- Dinsdag moest de zangeres al een vijftal shows annuleren wegens een gewrichtsontsteking , maar het blijkt erger dan gedacht .
- tournee
- De tournee die je annuleerde was al vrijwel uitverkocht .
- vakantie
- Wie een vakantie naar deze landen annuleert bij een erkende reisorganisatie krijgt zijn geld terug .
- vlucht
- Duizenden luchtreizigers kwamen vast te zitten omdat hun vluchten werden geannuleerd .
- voorstelling
- Geen enkele voorstelling werd geannuleerd , hoogstens werd ze ingeleid met een passend eerbetoon .
- wedstrijd
- Als ik wil koersen , worden wedstrijden zoals Kuurne-Brussel-Kuurne geannuleerd .
iemand laat iets niet doorgaan of zegt zijn deelname aan iets af- Zelfs veel buitenlandse musici annuleren hun concerten .
- (meer voorbeelden)
- 2iemand annuleert iets
- afspraak
- Op 31 maart annuleerde hij een afspraak op het allerlaatste moment , om vervolgens geen nieuwe datum voor te stellen .
- bestelling
- Ze annuleerden hun bestelling snoepjes en zijn op zoek gegaan naar alternatieven .
- boeking
- Een woordvoerder van de KLM kon niet zeggen hoeveel reizigers hun boekingen hadden geannuleerd .
- contract
- Vier maanden geleden annuleerde de luchtmacht een contract van 1 miljard dollar voor raketten nadat was gebleken dat Boeing inzage had in het bod van rivaal Lockheed Martin .
- opdracht
- In het algemeen geldt , dat schriftelijk gegeven opdrachten in principe niet geannuleerd kunnen worden .
- order
- Het Pentagon annuleerde de order voor de tankers .
- overeenkomst
- De Europese Commissie heeft gisteren opdracht gegeven de overeenkomsten te annuleren .
- overnachting
- ' We worden overstelpt met vragen om overnachtingen te annuleren ', zegt Thierry Lemahieu van de vzw Hotels Brugge .
- reservatie
- Er wordt ook geen enkele vorm van terugbetaling toegekend indien de klant/huurder ter plaatse zijn reservatie annuleert of wijzigt .
- reservering
- Ook kunnen ze reserveringen annuleren zolang er nog geen exemplaar ter beschikking is .
- ticket
- ' Hoe kan men zomaar op de dag zelf je ticket annuleren ?
- verkoop
- De privatisering stuitte ter plaatse op zoveel verzet dat de verkoop werd geannuleerd .
iemand zegt een bestelling of order af of trekt een overeenkomst in- Na wikken en wegen annuleerde de directie de bestelling .
- (meer voorbeelden)
- 3iemand annuleert iets
- beslissing
- De Belgische regering stapte naar het Hof van Justitie om de Europese beslissing te annuleren .
- huwelijk
- Volgens de katholieke leer kunnen gehuwden niet scheiden , maar onder bepaalde voorwaarden kunnen huwelijken wel geannuleerd of nietig verklaard worden .
- resultaat
- In augustus annuleerde het Hooggerechtshof de resultaten van de verkiezingen - die door Kenyatta waren gewonnen - wegens onregelmatigheden .
- uitslag
- Zij vinden dat er niet bewust fraude werd gepleegd en dat het verzoek van de oppositie om de uitslag te annuleren daarom had moeten worden afgewezen .
iemand verklaart iets nietig of besluit dat iets niet langer van toepassing is- Het leger annuleert de verkiezingsuitslag , er wordt een militaire dictatuur ingesteld .
- (meer voorbeelden)
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? Het gaat hier om zogenaamde semantische of logische subjecten bij het hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In Woordcombinaties geven we de zogenaamde semantische of logische objecten bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? In de relatie 'subject bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische subject bij een hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In de relatie 'object bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische object bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: meewerkend voorwerp, e.d. Wie of wat is als ontvanger, belanghebbende of ondervinder betrokken bij de handeling of werking van het verbum? Er kunnen verschillende types indirect object
onderscheiden worden (zie Indirect object (taaladvies.net)
Deze zijn niet altijd gemakkelijk van elkaar te onderscheiden.
Nederlandse term: voorzetselvoorwerp. Het voorzetselobject of voorzetselvoorwerp is een aanvulling bij een verbum met een vaste prepositie. Adverbiale bepalingen kunnen ook ingeleid worden door een prepositie, maar in bepalingen zijn de preposities variabeler. Vergelijk:
hij wacht op zijn broer (voorzetselobject)
vs.
hij wacht op het perron, in de kamer, bij de ingang (bepaling van plaats)
Zegt iets over het subject of object in combinatie met het verbum. In de Nederlandse grammatica’s onderscheidt men een aantal zinsdelen die iets over het subject of object zeggen, met name het naamwoordelijk deel van het gezegde of predicaatsnomen bij copulae (koppelwerkwoorden) en de bepaling van gesteldheid bij zelfstandige verba. Voorbeelden:
hij is moe (naamwoordelijk deel van het gezegde)
het viel me zwaar (naamwoordelijk deel van het gezegde)
ik vind hem een schat (bepaling van gesteldheid)
hij werkt daar als portier (bepaling van gesteldheid)
Geeft antwoord op vragen als waar, wanneer, hoe, waarom, waarmee, ….?
Bijwoordelijke bepalingen kunnen in de zin vaak, maar niet altijd weggelaten worden. Vergelijk:
ze leest een boek in bed (weglaatbare of optionele bepaling)
vs.
ze woont in Brussel (niet-weglaatbare of niet-optionele bepaling)
Niet-optionele bepalingen worden ook wel complementen genoemd. Voor subtypes naar betekenis (bv. plaats, richting, …) zie: ANS | 20.10 Bijwoordelijke bepalingen (ivdnt.org). De subtypes worden hier in de regel niet onderscheiden, maar waar dat wel nodig is voor de overzichtelijkheid en het gebruiksgemak, doen we dat wel.
Zinsdelen kunnen niet alleen woorden of woordgroepen zijn, maar ook bijzinnen of beknopte bijzinnen (bijzinnen zonder subject en verbum finitum).
Voorbeelden:
ik accepteer dat het zo is (bijzin)
hij vroeg of we kwamen (bijzin)
ik weet wie het gedaan heeft (bijzin)
hij vroeg ons om te komen (beknopte bijzin)
hij probeerde te vluchten (beknopte bijzin)
Sommige verba worden vaker met (beknopte) bijzinnen gecombineerd dan andere.
Ook substantieven kunnen een (beknopte) bijzin als bepaling hebben:
een kind om te zoenen (beknopte bijzin)
De (beknopte) bijzinnen kunnen verschillende syntactische functies in een zin of zinsdeel vervullen (subject, object, bepaling, enz.). In ik accepteer dat het zo is, bijvoorbeeld, is dat het zo is een objectszin. Voor het maken van combinaties, is de functie hier minder van belang. Belangrijker is de juiste keuze van het inleidende woord (dat, of, om enz. ). Voor het gebruiksgemak geven we in deze rubriek daarom een overzicht per inleidend woord.
Nederlandse term: hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord. Een verbum auxiliare of hulpwerkwoord ‘helpt’ het hoofdwerkwoord in zinnen met meer dan een verbum. Het wordt onder andere gebruikt voor het uitdrukken van tijd, modaliteit (hoe ziet de spreker de verhouding tussen de mededeling en de werkelijkheid?), passief en causaliteit (het doen plaatsvinden van een handeling of werking). Behalve de verba die traditioneel tot de verba auxiliare gerekend worden, zijn er nog andere groepsvormende werkwoorden die een verbinding met het hoofdverbum aangaan, bijvoorbeeld proberen, vallen, beginnen. Zie ANS | 18.5.1.1 Groepsvorming bij werkwoorden (ivdnt.org) Voorbeelden:
verba auxiliare:
ik heb mij vergist (tijd)
hij is gekomen (tijd)
de patiënt is/wordt behandeld door de arts (passief)
je moet dat accepteren (modaliteit)
ik kan dat niet accepteren (modaliteit)
ik laat mijn huis schilderen (causaliteit)
de zon doet de temperatuur stijgen (causaliteit)
andere groepsvormende verba:
hij probeert te komen
dat valt te bezien
het begint te regenen
Alle verba kunnen vervoegd worden en veel verba kunnen gepassiveerd worden. De verba auxiliari van tijd worden getoond als u klikt op ‘vormen’. Hier vermelden we alleen de overige verba auxiliari en groepsvormende verba die opvallend vaak bij bepaalde verba voorkomen, bv. kunnen, moeten + accepteren.
Nederlandse term:
zelfstandig naamwoord
Nederlandse term: voornaamwoord
Nederlandse term: voorzetselgroep
voorbeeld
in + stad kamer …
op + platteland station
Nederlandse term: bijwoord
Nederlandse term: bijvoeglijk naamwoord
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Determinatoren zijn o.a. lidwoorden (de, het, een) en woorden die een hoeveelheid uitdrukken (veel, wat, enkele). De lidwoorden worden gegeven bij de woordvormen naast het trefwoord. In deze lijst met determinatoren staan de overige determinatoren.
Nederlandse termen: voornaamwoord of telwoord
Nederlandse term: telwoord
woordgroep met een prepositie (voorzetsel) of conjunctie (voegwoord). Een conjunctiegroep is bv. een woordgroep ingeleid door als of zoals in vergelijkingen (werken als een paard, een waarheid als een koe).
Nederlandse termen: voorzetsel of voegwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord, deelwoord of telwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord of bijwoord. Adjectieven (bijvoeglijke naamwoorden) kunnen ook als bijwoordelijke bepaling bij een werkwoord gebruikt worden. We spreken dan van een [adverbiaal of bijwoordelijk gebruikt adjectief](https://e-ans.ivdnt.org/topics/pid/ans0802lingtopic.
Specificeert het trefwoord nader.
Specificeert het trefwoord nader.
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe