zwemmen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Maak een wandeling of ga zwemmen of fietsen.

Ik laat me in het water zakken en probeer te zwemmen.

Wij gaan zwemmen, fietsen, lopen en spelen.

Ik heb een goede race gezwommen, dat biedt kansen.

De meeste haaien zijn in zuidelijke richting gezwommen.

Er zwemt veel meer vis in zee dan eerder was geschat.

Na het maken van de foto' s mocht de vis weer zwemmen.

De adem inhouden om onder water te zwemmen, gebeurt zeer eenvoudig.

Veel vis wordt levend aangevoerd en zwemt in bakken water.

Het water waarin de vissen zwemmen kan niet worden gedesinfecteerd.

Om te revalideren moest hij zwemmen, veel zwemmen.

Ga je zwemmen, fietsen, steppen of vliegen?

Ga niet zwemmen in water met veel scheepvaart.

Zien jullie verschil in de manier waarop de vissen in de kom zwemmen?

We zien nog altijd mooie vissen zwemmen, maar het aantal neemt af.

De jongens waren eerst bang voor het water want ze kunnen niet zwemmen.

In het water zwemmen verschillende soorten eenden en misschien zaagbekken.

Zwem niet in water waar veel (woon)boten liggen.

Probeer in beweging te blijven door regelmatig te gaan wandelen, fietsen of zwemmen.

Moerassen die teerzwart zijn gekleurd en waarin amper nog een vis zwemt.

Zozeer zelfs, dat er weer vissen zwemmen op plaatsen waar ze verdwenen waren.

Ook in het buitenbad van de Japanse tuin zwemt u in verwarmd water.

Hij spuugde water, zwom met z' n staart boven water, zwaaide.

De christelijke spirit die de school doorademt, is het water waarin we zwemmen.

Op onze planeet zwemmen zo' n 20 000 vissoorten.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

dier

haai

inwoner

kind

leerling

man

mens

vis

vrouw

walvis

(2 meer)

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

race

rondje

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

substantief

kilometer

meter

uur

adverbium

dagelijks

goed

gratis

hard

langzaam

lekker

naakt

recreatief

regelmatig

snel

(6 meer)

prepositiegroep

in:

aquarium

bad

buitenbad

finale

geld

kanaal

meer

oceaan

openlucht

oppervlaktewater

(5 meer)
met:

dolfijn

op:

plek

voor:

goud

leven

naar:

kant

oever

overkant

paaigebied

paaigrond

door:

watertje

tussen:

dolfijn

haai

nijlpaard

zonder:

zwembroekje

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij zwemmen?

gaan

komen

kunnen

laten

leren

moeten

mogen

willen

zien

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met zwemmen?

verzuipen

wandelen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.