wensen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Wij wensen u veel plezier met uw zoektocht!

Uiteindelijk heb ik hem een goed weekend gewenst.

We schudden handen, ik wens haar succes.

De redactie wenst u fijne dagen en een gelukkig 2015!

Vandaag laat dat nog veel te wensen over.

De verzorging van onze handen laat vaak te wensen over.

Veel ziek geweest, de conditie liet te wensen over.

Aan duidelijkheid blijft hier niets te wensen over.

Het openbaar vervoer in de stad laat te wensen over.

Veel meer kan een mens zich toch niet wensen?

Tevens wensen wij u te danken voor uw bezoek aan onze website.

Wenst u graag deel te nemen aan begeleidingsavonden aanstaande ouders?

Ook kunt u maaltijden afzeggen als u er geen gebruik van wenst te maken.

Onze medewerkers zijn u graag van dienst indien u meer informatie wenst over leenrechtvergoedingen.

Wij garanderen anonimiteit indien u dat wenst.

U vult uw persoonlijke gegevens in en het soort medicijn dat u wenst te bestellen.

De steden stonden op hun oude rechten en wensten zich niet centraal te laten regeren.

Zonder de nieuwe premier met name te noemen, wenste hij hem alvast veel succes.

Beide groepen zijn het erover eens dat het dringend gewenst is te doorgronden wat beelden zijn.

Ik wens u een prettige vervolg van deze middag.

Ook dat kan, in vrijwel elke vorm die u wenst.

Een toelichting wenst de voetbalbond niet te geven.

Ik had me geen betere pennenvriend kunnen wensen, stipt en uitvoerig.

Vanaf toen kon ik me geen trouwere makker wensen.

Hij wenst me een goed weekend.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

Kamer

bedrijf

klant

mens

politicus

president

redactie

regering

pronomen

iedereen

iemand

niemand

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

duidelijkheid

informatie

onderzoek

pronomen

iets

wat

zoiets

tussenwerpsel

(veel) beterschap

(veel) sterkte

(veel) succes

alle goeds

... avond, goedenavond

... dag

... feestdag

... herstel

het allerbeste

het beste

(11 meer)

indirect object

Aan wie of wat, of voor wie of wat (...) men of wordt (...)?

pronomen

elkaar

haar

hem

hen

hun

iedereen

je

jullie

me

mij

(4 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

het meest

minder

vurig

prepositiegroep

voor:

...

bijzin ingeleid door

dat

te

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.