verzekeren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Men heeft mij verzekerd dat het goed met hem gaat.

Iemand die zich niet verzekert, moet dat zelf maar uitzoeken.

We werken ontzettend hard, dat kunnen we u verzekeren.

De liefde gaat het winnen, dat kan ik u verzekeren.

Ik verzeker u dat naar deze deal heel zorgvuldig is gekeken.

U kunt ervan verzekerd zijn dat u altijd een vers product koopt.

Ik kan u verzekeren dat ze dan met mij te maken krijgen.

De Grieken in onze crew werkten zich dood, ik kan het je verzekeren.

Ik verzeker u dat het zo gegaan is.

Ik kan u verzekeren dat mensen soms meer overlast veroorzaken dan ze denken.

U kunt u ook verzekeren voor rechtsbijstand via uw reisverzekering.

Zelfstandigen moeten zich straks zelf gaan verzekeren tegen het risico op arbeidsongeschiktheid.

Nu is tweederde van de werknemers via het ziekenfonds verzekerd tegen ziektekosten.

Ik verzeker u dat over de ervaringen van vrouwen niet veel bekend is.

Tegen de risico' s van het verlies aan bedrijfsinkomsten kunt u zich verzekeren.

Wij verzekeren u dat wij er alles aan doen om uw kind te helpen.

Ik kan u verzekeren dat ik hiermee rekening heb gehouden", aldus de brief.

Wij vragen hiervoor uw begrip en verzekeren u dat u altijd adequaat behandeld wordt.

Realistischer is het dat werknemers zich voortaan verzekeren voor niet-werkgerelateerd verzuim.

Wie zich tegen ziektekosten verzekert, hoort eerst zelf zijn zorgbehoefte te analyseren.

Hij kan zich particulier tegen ziektekosten verzekeren.

Althans, dat hebben ze elkaar verzekerd, en hij merkt dat ze het meende.

Ik kan u verzekeren dat we heel ver af staan van enige vorm van opstand.

Bedrijven en particulieren verzekeren zich tegen de gevolgen van criminaliteit.

Ik kan u verzekeren: daar is niets van terechtgekomen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bedrijf

mens

minister

premier

president

regering

verzekeraar

werknemer

woordvoerder

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

continuïteit

dienst

klant

kost

pensioen

recht

risico

schade

succes

toekomst

(5 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

aanvullend

allerminst

apart

automatisch

dubbel

goed

particulier

slecht

sociaal

voldoende

(2 meer)

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

tegen:

aansprakelijkheid

arbeidsongeschiktheid

arbeidsongeval

brand

calamiteit

diefstal

gevolg

inkomensverlies

restschuld

schade

(2 meer)
voor:

arbeidsongeschiktheid

basispakket

rechtsbijstand

risico

schade

werknemersverzekering

ziekenfonds

ziektekosten

ziektewet

zorg

bijzin ingeleid door

dat

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.