uitlopen (uitvloeien)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Op de papieren zie je hoe de inkt is uitgelopen door mijn tranen.

Als ik mijn notitieboekje bovenhaal, merk ik dat het vocht door mijn tas is gedrongen, de inkt van mijn interviewvragen is uitgelopen.

Bij zijn voorhoofd is de inkt waarmee ze gewerkt heeft een beetje uitgelopen en daar zit nu een waterige vlek, die het portret aangrijpend maakt.

Teun van Roozendaal „ Geen make-up, want die loopt uit door het zweet.

Nu maakt het me niet meer uit of ik gek dans of dat mijn make-up uitloopt.

De flaphoed draagt ze in de zomer: deze houdt haar gezicht uit de zon, anders gaat de make-up uitlopen.

Mensen komen mooi opgekleed de zaal binnen, maar na drie uur zijn hun kostuums verkreukeld en is hun make-up uitgelopen.

Her en der heeft ze de verf morsig laten uitlopen, en er de grote, zwarte vlakken mee bespat.

Enkele jaren na de fabricatie begon de vleeskleurige verf uit te lopen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

inkt

make-up

verf

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij uitlopen?

beginnen

gaan

laten

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.