verteren (verwerken)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

De oorzaken zijn bekend, de oplossingen soms moeilijk te verteren.

De maag produceert veel zuur om het voedsel te verteren.

Voedingsvezels zijn koolhydraten die ons lichaam niet kan verteren.

De vakantie was nodig om de moeilijke periode te verteren?

Laat je niet verteren door woede en frustratie.

Het land heeft zijn 'verloren decennium' nog steeds niet verteerd.

Deze producten bevatten voedingsvezels en zijn daarom moeilijk te verteren.

Haar advocaat vertelt hoe zijn cliënte verteerd wordt door schuldgevoel.

De consequenties van Plato' s ethiek zijn voor moderne lezers moeilijk te verteren.

Groenvoer is moeilijk te verteren en daarom zijn de darmen extra lang.

De gedachte dat gewone mensen gruwelijke dingen doen, vinden we moeilijk te verteren.

Mensen die lactose-intolerant zijn kunnen de melksuiker lactose slecht verteren.

Vezels worden namelijk niet verteerd door de menselijke spijsverteringsenzymen in de dunne darm.

Voedingsvezels zijn stoffen van plantaardige oorsprong die niet worden verteerd door de menselijke spijsverteringsenzymen.

Soms liggen problemen 'zwaar op de maag' of zijn 'moeilijk te verteren'.

De Italiaanse economie heeft de crisis uit 2008 nog niet verteerd.

Mijn voorganger had duidelijk zijn Thaise maaltijd nog niet helemaal verteerd.

Er is tijd nodig om al deze veranderingen te verteren.

Hoe zijn ze zo verteerd geraakt door haat en woede?

In de eurozone is de crisis daarentegen nog niet verteerd.

Het beest heeft een gekke manier van voedsel verteren.

Ik kan al die haat tegen vluchtelingen niet verteren.

Hoe proberen de organisaties de besparingen te verteren?

Een film die je niet eenvoudig verteert, maar nooit meer vergeet.

Waarom verteert koffie zo moeilijk?

subject

Wie of wat (...)?

substantief

angst

bacterie

belegger

kijker

lichaam

mens

schuldgevoel

spijsverteringsenzyym

vlam

vuur

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

crisis

koolhydraat

lactose

lichaam

melk

nederlaag

overname

vlees

voeding

voedsel

(2 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

gemakkelijk

goed

grotendeels

langzaam

moeilijk

niet

slecht

snel

vlot

volledig

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij verteren?

kunnen

laten

moeten

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.