riskeren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Zij riskeren een levenslange gevangenisstraf zonder kans op vervroegde vrijlating.

Velen onder hen hebben hun leven geriskeerd om aan The land of the enlightened mee te werken.

Ze zou met een tweede zwangerschap haar leven riskeren.

Wie betaalt voor informatie riskeert dat getuigen verhalen aandikken.

De beschuldigden riskeren geldboetes en gevangenisstraffen tot vijf jaar.

De twee riskeren een gevangenisstraf van zeven tot vijftien jaar.

Heeft u geen vergunning, dan riskeert u een boete.

Wie daar niet in slaagt, riskeert een boete.

Zij riskeren een boete of een jaar celstraf.

Bedrijven die interviews afnemen voordat dit is toegestaan riskeren fikse boetes.

Wie vaker in de fout gaat, riskeert een gevangenisstraf.

Ze riskeren allemaal een gevangenisstraf van vijf jaar.

Ook riskeert ze een boete van ca. 50.000 euro.

Een dader riskeert een celstraf van drie maanden tot twee jaar.

Voor zijn plannen riskeert hij vijf jaar cel.

Wie dat toch nog doet, riskeert voortaan drie jaar cel.

Volgens de wegcode riskeert hij slechts een boete van 120 euro.

Wie zich niet aan de snelheidsbeperking houdt, riskeert een boete.

Hij riskeert vijf jaar cel voor slagen en verwondingen aan een politieman.

Hij riskeert dertig jaar tot levenslang als hij wordt opgepakt en vervolgd.

Wie toch links blijft rijden, riskeert een boete van 55 euro.

Hij riskeert nu een jarenlange celstraf voor doodslag en afpersing.

Wie de grens illegaal oversteekt, riskeert drie jaar cel.

Wie het toch waagt, riskeert een boete.

Wie tegen de lamp loopt, riskeert een straf van tien jaar cel.

iemand waarschuwen

Riskeer het niet

Hun advies kon niet duidelijker zijn: riskeer het niet.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bank

beklaagde

bestuurder

dader

land

man

mens

overtreder

regering

vrouw

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

boete

cel

celstraf

doodstraf

geldboete

gevangenisstraf

leven

levenslang

oorlog

proces

(5 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

prepositiegroep

om:

...

voor:

...

bijzin ingeleid door

dat

(om) te

om te

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.