huilen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Soms huilen mensen als ze de beelden zien.

Ze heeft gehuild van geluk toen ze de uitslag van het referendum vernam.

Ze huilt tranen met tuiten als we vertrekken.

Mijn vrouw huilde een beetje, toen ik het haar vertelde.

Als een baby huilt voelt hij of zij zich niet prettig.

In Havering huilde een 70-jarige vrouw van blijdschap toen ze de uitslag vernam.

Even later zien we haar zitten in een wc, ze huilt hartverscheurend, bijna schreeuwend.

Maar het vriest dat het kraakt en door de lege straten huilt de wind.

Wolven huilen vaak voorafgaand aan een jachtpartij, wat suggereert dat het een sociale functie heeft, om het roedel te organiseren.

Tientallen mensen schuifelen voorbij, sommigen huilen zachtjes.

In een tent wat verderop huilt een baby.

Sommigen huilden van ontroering.

Soms huilt Jef van de pijn en moet ik vechten tegen het schuldgevoel.

Toen was hij 19 jaar en huilde hij van verdriet.

In Vlaanderen blijft het ondertussen huilen met de pet op.

Als ik huilde en schreeuwde uit wanhoop, gaf mijn moeder geen krimp.

Overmand door emoties begint een man te huilen.

Ze lachen en ze huilen, ze kunnen niet kiezen.

Ik wilde sterk zijn, huilde alleen als niemand het zag.

Ik huilde en bleef huilen omdat mijn poging mislukt was.

Meneer, ik heb nog nooit gehuild.

Toen ik vertrok, huilden mijn moeder en broertje.

Soms moet ze erom lachen, soms huilt ze.

Ik huil liever in stilte om zoveel doden.

Hij huilde tranen van trots en van vreugde.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

baby

kind

man

mens

vrouw

wind

wolf

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

tranen

tranen

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

erg

hard

hartverscheurend

lang

onbedaarlijk

stilletjes

vaak

vreselijk

zachtjes

prepositiegroep

van:

angst

blijdschap

ellende

geluk

honger

ontroering

pijn

verdriet

vreugde

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

om:

dood

verlies

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij huilen?

beginnen

moeten

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met huilen?

lachen

roepen

schreeuwen

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

het is huilen met de pet op

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.