Het kind is dat niet gewoon en blijft aandringen.
Deze man blijft echter aandringen.
De banken dringen aan op een verkoop.
Kamerleden dringen bij de regering aan op voortvarend handelen.
Na veel aandringen kwam de waarheid aan het licht.
Berlijn dringt aan op een dialoog.
Op aandringen van zijn vrienden zit hij nu hier.
Ze dringen erop aan de discussie tot de kern terug te voeren.
De politie dringt erop aan fietsen steeds op slot te doen.
Maar hij dringt er toch op aan om te carpoolen.
De stad moet daarop aandringen bij de hogere overheid.
Als de journalist blijft aandringen, klinkt weer haar klaterende lach.
Ze dringen er ook op aan dat er meer lokaal geproduceerd wordt.
De dokter drong erop aan dat ze iemand zou bellen.
Aandeelhouders dringen al langer bij de top aan op snellere reorganisatie.
Het gemeentebestuur van Lummen dringt alvast aan op een strengere wetgeving.
Ons land dringt aan op een snel Europees initiatief.
Deze leden hebben herhaaldelijk aangedrongen op spoedige afhandeling en zij staan daarin niet alleen.
De minister zal er alvast bij zijn Europese collega's op aandringen.
De partij drong aan op een belasting op vermogen.
Daar is ook echt wel op aangedrongen.
Anderlecht drong flink aan, maar door getalm liep een transfer eind augustus spaak.
Binnen de partij werd al langer aangedrongen op zijn ontslag.
Bijna alle partijen zouden vanmiddag aandringen op een debat.
De euro kwam er destijds op aandringen van Frankrijk.
Betekenissen
subject
Wie of wat (...)?
substantief
Kamerlid
aandeelhouder
advocaat
bank
burgemeester
coalitiepartner
commissie
gemeente
gemeentebestuur
gouverneur
(33 meer)indirect object
Aan wie of wat, of voor wie of wat (...) men of wordt (...)?
prepositiegroep
minister
overheid
regering
bepaling
Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?
adverbium
voorzetselobject
Met vaste prepositie (vast voorzetsel)
verbum auxiliare of groepsvormend verbum
Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij aandringen?
blijven
in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
na [lang, veel, ...] aandringen
op aandringen van iemand
- subject
- indirect object
- verbum finitum
- scheidbaar deel
- voorzetselobject
- voorlopig voorzetselobject
- n.n.
- 1iemand of iets dringt bij iemand aan op iets
- aandeelhouder
- Aandeelhouders dringen al langer bij de top aan op snellere reorganisatie.
- advocaat
- De advocaten van de betrokkenen drongen aan op een andere juridische omschrijving van de feiten.
- bank
- De banken dringen aan op een verkoop.
- burgemeester
- De Amsterdamse burgemeester drong daar al op aan.
- coalitiepartner
- Geen enkele coalitiepartner drong aan op zijn vertrek, iedereen ging ervan uit dat de man recht in zijn schoenen stond.
- commissie
- De commissie dringt aan op betere en onmiddellijke aanpak van personen met psychische problemen.
- gemeente
- Toen de carpoolparking werd aangelegd, drong de gemeente aan op een gedeelte waarop ook vrachtwagens konden overnachten.
- gemeentebestuur
- Het gemeentebestuur van Lummen dringt alvast aan op een strengere wetgeving.
- gouverneur
- Gouverneur Lodewijk De Witte dringt aan op maatregelen.
- journalist
- Als de journalist blijft aandringen , klinkt weer haar klaterende lach.
- kabinet
- Ook zal het kabinet niet aandringen op het verdergaand terugdringen van broeikasgassen.
- Kamerlid
- Kamerleden dringen bij de regering aan op voortvarend handelen.
- kind
- Het kind is dat niet gewoon en blijft aandringen .
- land
- Ons land dringt aan op een snel Europees initiatief.
- leider
- Eén leider dringt daar zelfs erg op aan: François Hollande.
- liberaal
- De Vlaamse liberalen dringen aan op een aanpassing van het ontwerp.
- lidstaat
- Andere lidstaten dringen niet echt aan.
- man
- Deze man blijft echter aandringen .
- minister
- De minister zal er alvast bij zijn Europese collega's op aandringen .
- ministerie
- Ook het ministerie van Financiën zou hierop aandringen .
- minister-president
- Een pact waar Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) al lang op aandringt .
- moeder
- Maar moeder bleef aandringen .
- oppositie
- De Democratische oppositie dringt nog altijd aan op een echte wetswijziging.
- oppositiepartij
- Verschillende oppositiepartijen hadden aangedrongen op meer transparantie rond het fipronil-schandaal.
- organisatie
- De organisatie had vooraf aangedrongen op een vreedzame protestactie.
- ouder
- Hebben zijn ouders er niet op aangedrongen ?
- overheid
- De Russische overheid drong meteen aan op een grondig onderzoek.
- parket
- Het parket drong aan op zijn aanhouding. (bfs )
- parlementslid
- De meeste parlementsleden drongen echter op de rentree van de Beneluxtrein aan.
- partij
- De partij drong aan op een belasting op vermogen.
- politicus
- Meer en meer politici dringen aan op meer initiatief van Obama.
- politie
- De politie heeft op vervolging aangedrongen van de organisator van het feest en twee technici van het park.
- premier
- De premier drong aan op ' collegialiteit en loyaliteit '.
- president
- Ook de Amerikaanse president Obama dringt aan op meer groei.
- provincie
- Voortaan zullen de gemeenten en provincies aandringen op het indienen van het verslag.
- raad
- De raad dringt aan op een prioritaire behandeling van de actie 57 (afvalpreventiecel op provinciaal niveau).
- regering
- Ook de Nederlandse regering drong al eens aan op verbeteringen.
- socialist
- De Vlaamse socialisten drongen vergeefs aan op een hoorzitting.
- stad
- Intussen dringt de stad ook aan op enkele herstellingen in het pand.
- stadsbestuur
- Het stadsbestuur dringt aan op een onteigening.
- toezichthouder
- De toezichthouder zou er ook op aandringen .
- vakbond
- De vakbonden dringen al langer aan op een verhoging.
- verklaring
- Ook die verklaring dringt aan op ingrijpende maatregelen .
- minister
- Ze dringen bij minister van Energie Marie Christine Marghem (MR) aan op garanties voor de inzetbaarheid van die spaarpot.
- overheid
- De stad moet daarop aandringen bij de hogere overheid .
- regering
- Kamerleden dringen bij de regering aan op voortvarend handelen.
- aanpak
- De commissie dringt aan op betere en onmiddellijke aanpak van personen met psychische problemen.
- aanpassing
- De Vlaamse liberalen dringen aan op een aanpassing van het ontwerp.
- actie
- De N-VA drong en dringt aan op onmiddellijk actie .
- behandeling
- De raad dringt aan op een prioritaire behandeling van de actie 57 (afvalpreventiecel op provinciaal niveau).
- beslissing
- Gisteren drongen CD&V en SP.A aan op een snelle beslissing .
- debat
- Bijna alle partijen zouden vanmiddag aandringen op een debat .
- dialoog
- Berlijn dringt aan op een dialoog .
- gesprek
- Ook drong hij aan op het gesprek met de Republikeinse partijtop.
- hervorming
- De kleine liberale regeringspartij dringt aan op hervormingen .
- komst
- Hein Vanhaezebrouck drong zeer sterk aan op zijn komst .
- onderhandeling
- Lone Star drong al een hele poos aan op exclusieve onderhandelingen .
- onderzoek
- De werkgroep dringt alvast aan op nog meer wetenschappelijk onderzoek .
- ontslag
- Maar sommige partijgenoten dringen aan op zijn ontslag .
- oplossing
- Er wordt al een tijdje aangedrongen op een oplossing .
- overleg
- Het kamerlid dringt ook aan op overleg met de sociale partners.
- regeling
- Bedrijven hebben jarenlang aangedrongen op een regeling om buitenlandse inkomsten op een voordelige manier te repatriëren.
- transparantie
- De Wever drong ook aan op meer transparantie in de solidariteit.
- uitstel
- De voltallige oppositie drong in de raadsvergadering aan op uitstel van de stelselwijziging.
- verandering
- Het stadsbestuur dringt aan op verandering .
- verbetering
- Ook de Nederlandse regering drong al eens aan op verbeteringen .
- verbod
- Het waren Nederland en Frankrijk die op het verbod aandrongen .
- versterking
- Of ik aandring op meer ervaren versterking ?
- vertrek
- Politici drongen aan op vertrek van het ziekenhuisbestuur.
- vervolging
- De politie heeft op vervolging aangedrongen van de organisator van het feest en twee technici van het park.
iemand houdt sterk bij iemand aan om iets te verkrijgen of gedaan te krijgen- De partij drong aan op een belasting op vermogen.
- (meer voorbeelden)
- 2iemand dringt aansport en recreatieiemand oefent in een wedstrijd druk uit op de tegenstander
- Barça drong daarna aan en leek op weg naar een voorsprong.
- (meer voorbeelden)
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? Het gaat hier om zogenaamde semantische of logische subjecten bij het hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In Woordcombinaties geven we de zogenaamde semantische of logische objecten bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: onderwerp. Van wie of wat gaat de handeling of werking van het verbum uit? In de relatie 'subject bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische subject bij een hoofdwerkwoord. Vaak valt het semantische subject samen met het grammaticale subject (het subject van de zin), maar dat is zeker niet altijd het geval. In passieve zinnen kan het semantische subject uitgedrukt zijn in een door-bepaling. Ook in andere zinnen met een hulpwerkwoord en een hoofdwerkwoord hoort het semantische subject bij het hoofdwerkwoord. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld door de arts (passieve zin)de kunstenaar werkt in alle rust
vs.
de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken.
De arts is in de passieve zin niet meer het grammaticale subject van de zin. Dat is nu de patiënt bij wordt/zijn. De arts is wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen uitoefent en blijft van dat verbum het zogenaamde logische of semantische subject. De hele door-bepaling door de arts wordt in Nederlandse grammatica’s ook wel het handelend voorwerp genoemd. In de zin de kunstenaar wil in alle rust kunnen werken is de kunstenaar het grammaticale subject bij wil, maar het semantische subject bij werken.
Nederlandse term: lijdend voorwerp. Wie of wat ondergaat de handeling of werking van het verbum? In de relatie 'object bij' is het trefwoord het zogenaamde semantische of logische object bij het hoofdwerkwoord. In passieve zinnen verschijnt dat semantische of logische object als grammaticaal subject (zinssubject) van worden of zijn. Vergelijk:
de arts behandelt de patiënt (object in actieve zin)
vs.
de patiënt wordt/is behandeld (door de arts) (grammaticaal subject in passieve zin)
De patiënt is in de passieve zin wel nog diegene die de handeling van het verbum behandelen ondergaat en blijft het zogenaamde logische of semantische direct object van dat verbum.
Nederlandse term: meewerkend voorwerp, e.d. Wie of wat is als ontvanger, belanghebbende of ondervinder betrokken bij de handeling of werking van het verbum? Er kunnen verschillende types indirect object
onderscheiden worden (zie Indirect object (taaladvies.net)
Deze zijn niet altijd gemakkelijk van elkaar te onderscheiden.
Nederlandse term: voorzetselvoorwerp. Het voorzetselobject of voorzetselvoorwerp is een aanvulling bij een verbum met een vaste prepositie. Adverbiale bepalingen kunnen ook ingeleid worden door een prepositie, maar in bepalingen zijn de preposities variabeler. Vergelijk:
hij wacht op zijn broer (voorzetselobject)
vs.
hij wacht op het perron, in de kamer, bij de ingang (bepaling van plaats)
Zegt iets over het subject of object in combinatie met het verbum. In de Nederlandse grammatica’s onderscheidt men een aantal zinsdelen die iets over het subject of object zeggen, met name het naamwoordelijk deel van het gezegde of predicaatsnomen bij copulae (koppelwerkwoorden) en de bepaling van gesteldheid bij zelfstandige verba. Voorbeelden:
hij is moe (naamwoordelijk deel van het gezegde)
het viel me zwaar (naamwoordelijk deel van het gezegde)
ik vind hem een schat (bepaling van gesteldheid)
hij werkt daar als portier (bepaling van gesteldheid)
Geeft antwoord op vragen als waar, wanneer, hoe, waarom, waarmee, ….?
Bijwoordelijke bepalingen kunnen in de zin vaak, maar niet altijd weggelaten worden. Vergelijk:
ze leest een boek in bed (weglaatbare of optionele bepaling)
vs.
ze woont in Brussel (niet-weglaatbare of niet-optionele bepaling)
Niet-optionele bepalingen worden ook wel complementen genoemd. Voor subtypes naar betekenis (bv. plaats, richting, …) zie: ANS | 20.10 Bijwoordelijke bepalingen (ivdnt.org). De subtypes worden hier in de regel niet onderscheiden, maar waar dat wel nodig is voor de overzichtelijkheid en het gebruiksgemak, doen we dat wel.
Zinsdelen kunnen niet alleen woorden of woordgroepen zijn, maar ook bijzinnen of beknopte bijzinnen (bijzinnen zonder subject en verbum finitum).
Voorbeelden:
ik accepteer dat het zo is (bijzin)
hij vroeg of we kwamen (bijzin)
ik weet wie het gedaan heeft (bijzin)
hij vroeg ons om te komen (beknopte bijzin)
hij probeerde te vluchten (beknopte bijzin)
Sommige verba worden vaker met (beknopte) bijzinnen gecombineerd dan andere.
Ook substantieven kunnen een (beknopte) bijzin als bepaling hebben:
een kind om te zoenen (beknopte bijzin)
De (beknopte) bijzinnen kunnen verschillende syntactische functies in een zin of zinsdeel vervullen (subject, object, bepaling, enz.). In ik accepteer dat het zo is, bijvoorbeeld, is dat het zo is een objectszin. Voor het maken van combinaties, is de functie hier minder van belang. Belangrijker is de juiste keuze van het inleidende woord (dat, of, om enz. ). Voor het gebruiksgemak geven we in deze rubriek daarom een overzicht per inleidend woord.
Nederlandse term: hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord. Een verbum auxiliare of hulpwerkwoord ‘helpt’ het hoofdwerkwoord in zinnen met meer dan een verbum. Het wordt onder andere gebruikt voor het uitdrukken van tijd, modaliteit (hoe ziet de spreker de verhouding tussen de mededeling en de werkelijkheid?), passief en causaliteit (het doen plaatsvinden van een handeling of werking). Behalve de verba die traditioneel tot de verba auxiliare gerekend worden, zijn er nog andere groepsvormende werkwoorden die een verbinding met het hoofdverbum aangaan, bijvoorbeeld proberen, vallen, beginnen. Zie ANS | 18.5.1.1 Groepsvorming bij werkwoorden (ivdnt.org) Voorbeelden:
verba auxiliare:
ik heb mij vergist (tijd)
hij is gekomen (tijd)
de patiënt is/wordt behandeld door de arts (passief)
je moet dat accepteren (modaliteit)
ik kan dat niet accepteren (modaliteit)
ik laat mijn huis schilderen (causaliteit)
de zon doet de temperatuur stijgen (causaliteit)
andere groepsvormende verba:
hij probeert te komen
dat valt te bezien
het begint te regenen
Alle verba kunnen vervoegd worden en veel verba kunnen gepassiveerd worden. De verba auxiliari van tijd worden getoond als u klikt op ‘vormen’. Hier vermelden we alleen de overige verba auxiliari en groepsvormende verba die opvallend vaak bij bepaalde verba voorkomen, bv. kunnen, moeten + accepteren.
Nederlandse term:
zelfstandig naamwoord
Nederlandse term: voornaamwoord
Nederlandse term: voorzetselgroep
voorbeeld
in + stad kamer …
op + platteland station
Nederlandse term: bijwoord
Nederlandse term: bijvoeglijk naamwoord
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Nederlandse term: achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel: achterzetsel (wat is dat?) | Genootschap Onze Taal | Onze Taal
Determinatoren zijn o.a. lidwoorden (de, het, een) en woorden die een hoeveelheid uitdrukken (veel, wat, enkele). De lidwoorden worden gegeven bij de woordvormen naast het trefwoord. In deze lijst met determinatoren staan de overige determinatoren.
Nederlandse termen: voornaamwoord of telwoord
Nederlandse term: telwoord
woordgroep met een prepositie (voorzetsel) of conjunctie (voegwoord). Een conjunctiegroep is bv. een woordgroep ingeleid door als of zoals in vergelijkingen (werken als een paard, een waarheid als een koe).
Nederlandse termen: voorzetsel of voegwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord, deelwoord of telwoord
Nederlandse termen: bijvoeglijk naamwoord of bijwoord. Adjectieven (bijvoeglijke naamwoorden) kunnen ook als bijwoordelijke bepaling bij een werkwoord gebruikt worden. We spreken dan van een [adverbiaal of bijwoordelijk gebruikt adjectief](https://e-ans.ivdnt.org/topics/pid/ans0802lingtopic.
Specificeert het trefwoord nader.
Specificeert het trefwoord nader.
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe
Adpositiegroepen zijn woordgroepen met een prepositie (voorzetsel), postpositie (achterzetsel) of circumpositie (omzetsel):
op de trap (met prepositie/voorzetsel)
de trap op (met postpositie/achterzetsel)
van de trap af (met circumpositie/omzetsel)
Conjunctiegroepen worden ingeleid door een conjunctie (voegwoord). In de voorbeelden met conjunctie als:
werken als een paard
een waarheid als een koe