autoriteit

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Ik heb nooit moeite gehad om autoriteit uit te stralen in de klas.

Ze is een autoriteit op dit gebied.

Ze hebben geen enkele autoriteit.

Volgens de autoriteiten is er geen gevaar voor de omgeving.

De autoriteit van de klassieke media is niet langer vanzelfsprekend.

We werken nauw samen met de Belgische autoriteiten.

Ik had absoluut geen autoriteit over die pup.

De 63-jarige Weijers geniet enige autoriteit op dit vlak: al 35 jaar importeert en verkoopt hij kerstartikelen.

De autoriteiten meldden later dat de situatie onder controle was.

De autoriteiten waarschuwen de bevolking tijdig en geven zo nodig evacuatiebevelen af.

Menkveld geldt als een internationale autoriteit op het vlak van algoritmisch handelen.

Zij haalden haar naar de kant en waarschuwden de autoriteiten.

Dat gebeurde niet, waardoor mijn autoriteit als manager werd aangetast.

In academische kringen geldt hij als een absolute autoriteit op dat vlak.

Het ondermijnt de autoriteit van de ouders, en kan de relatie met de leerkrachten verstoren.

Alle lokale autoriteiten moeten hun inspanningen verdubbelen.

Er is geen hogere autoriteit die zegt: dit zijn de regels, zo moet het.

Een lagere stem verschaft je automatisch meer autoriteit.

Kroes hoopt dat de bevoegde autoriteiten ' snel een oplossing vinden '.

Hij is hoogbegaafd, prettig gestoord en een autoriteit op zijn vakgebied.

Over zijn ideeën praat hij met grote autoriteit, in de directe omgang is hij verlegen.

Voor Marcellino is de Bijbel de hoogste autoriteit.

Het parket in Milaan doet samen met de Nederlandse autoriteiten onderzoek.

Dat is een neutraal persoon, buiten de familie, met de nodige autoriteit.

Rotmans is een autoriteit op het terrein van ingrijpende maatschappelijke veranderingen.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben autoriteit als subject?

melden

uitgaan van

waarschuwen

weten

zeggen

object bij

Welke werkwoorden hebben autoriteit als object?

aantasten

beschuldigen

erkennen

geven

hebben

inlichten

krijgen

ondermijnen

op de hoogte brengen

op de hoogte stellen

(3 meer)

determinator

pronomen of numerale

alle

elke

enige

geen

geen enkele

meer

minder

veel

weinig

bepaling voor "autoriteit"

adjectief, participium of numerale

Belgisch

Nederlands

absoluut

belangrijk

bepaald

betrokken

bevoegd

burgerlijk

centraal

civiel

(28 meer)

bepaling na "autoriteit"

prepositiegroep of conjunctiegroep

in:

vakgebied

op:

gebied

terrein

vakgebied

vlak

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.