definiëren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Dankzij deze uitspraak is het begrip nader gedefinieerd.

Wie of wat vrienden zijn, is moeilijk te definiëren.

Om te beginnen is het begrip 'cultuur' quasi onmogelijk te definiëren.

Men probeert het begrip `duurzaamheid ' alsnog te definiëren.

Armoedevermindering kan dan gedefinieerd worden als een blijvende lotsverbetering van de armen.

Kosteneffectiviteit wordt hierbij gedefinieerd als de milieukosten per vermeden hoeveelheid emissie.

Kwaliteit is moeilijker te definiëren en te meten dan kwantiteit.

De familie weet uitstekend waar hun eigen belangen liggen en hoe die gedefinieerd moeten worden.

In dit krachtenveld ligt voor mannen de taak hun vaderrol opnieuw te definiëren.

Geestelijk geweld is veel moeilijker te definiëren, omdat het subtiel en subjectief is.

Ook censuur op de media, e-books, films en websites wordt gedefinieerd als een veiligheidsmaatregel.

De temperatuur kan echter op twee manieren gedefinieerd worden.

Hoe dat salaris wordt gedefinieerd – met of zonder bonus – ligt bij elk bureau weer anders.

Vrijheid gedefinieerd als wereld zonder vooroordelen, in één minuut.

Niemand is in staat goed te definiëren wat een ras is.

Anders gezegd: wat definieert een land als Europees?

Reeds gedurende mijn jeugd, besefte ik, dat problemen zeer afhangen van hoe we begrippen definieren.

Alles hangt af van hoe je oorlog definieert.

Vooral progressieve auteurs gebruiken de term, maar ze definiëren hem zelden.

De mens is wel eens gedefinieerd als een van nature cultuurscheppend wezen.

Er zijn momenten in de geschiedenis waarop de beschaving zich opnieuw definieert.

Racisme is een heikel onderwerp dat moeilijk te definiëren valt en waar we ons allen voor schamen.

Van oudsher definieerden filosofen `de mens ' als een met rede begaafd wezen.

Veganisme kan worden gedefinieerd als een levenswijze die erop gericht is alle vormen van dierenuitbuiting uit te sluiten.

Definieer waar je gelukkig van wordt, en kies vervolgens altijd voor dat geluk.

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

armoede

begrip

cultuur

doel

huwelijk

identiteit

kwaliteit

mens

probleem

recht

(3 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

breed

duidelijk

eng

exact

goed

helder

nader

nauw

precies

ruim

(5 meer)

prepositiegroep

aan de hand van:

...

in ... termen; in termen van:

...

predicatieve aanvulling

prepositiegroep of conjunctiegroep

als:

...

bijzin ingeleid door

wat

welk

wie

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.