armoede

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
Opmerking: zie ook 'armoe'

Ze leefden in armoede en ellende.

We leefden in pure armoede.

Nederland is een rijk land, maar er komt toch ook veel armoede voor.

Armoede en honger, ziekte en oorlog, onrecht en agressiviteit bedreigen ons welzijn.

De lokale bevolking leed armoede, moest toekijken en zwijgen.

Het land kampt met grote armoede, honger en droogte.

Een groot deel van die mensen leeft nu in extreme armoede.

Ze komt om in bittere armoede, de huur kon ze niet betalen.

Links strijdt voor mensen die kampen met armoede en werkloosheid.

De armoede nam af onder kinderen en 65-plussers, aldus Van Mulligen.

Er was geen armoede, maar er moest heel sober geleefd worden.

Een samenleving die alleen oog heeft voor materiële welvaart, leidt tot geestelijke armoede.

Die emotionele armoede kan zich manifesteren in tal van klachten en relationele problemen.

Ook op het platteland heerst vaak grote armoede.

Vijftien ministers stelden een plan op om de armoede te bestrijden.

In Frankrijk kende het gezin veel armoede.

Wie de honger uit de wereld wil, moet op de eerste plaats de armoede uit de wereld helpen.

Niets is efficiënter om armoede te voorkomen dan onderwijs.

Hoe welvarend het hier ook is, ze zag genoeg armoede onder de kinderen in haar klas.

De teloorgang van die industrie bracht werkloosheid en nog meer armoede.

De stad oogt misschien vriendelijk en schoon, de verborgen armoede is groot.

De vele zwervers zijn de zichtbare armoede, maar er is ook veel armoede onzichtbaar.

Schoenen hebben ze niet aan, zwarte sokken wel: een symbool voor de armoede onder het zwarte volk.

Een verband tussen armoede en terrorisme is nooit bewezen.

Armoede en uitsluiting zijn niet gebonden aan land of ras.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben armoede als subject?

afnemen

bestaan

betekenen

blijven

dalen

groeien

heersen

stijgen

toenemen

voorkomen

object bij

Welke werkwoorden hebben armoede als object?

aanpakken

aantrekken

bestrijden

betekenen

brengen

definiëren

ervaren

halveren

importeren

kennen

(17 meer)

determinator

pronomen of numerale

geen

meer

minder

veel

weinig

bepaling voor "armoede"

adjectief, participium of numerale

absoluut

bitter

chronisch

creatief

diep

echt

eigen

emotioneel

enorm

erg

(26 meer)

bepaling na "armoede"

prepositiegroep of conjunctiegroep

aan:

idee

bij:

bevolking

gezin

kind

vrouw

in:

Nederland

land

ontwikkelingsland

stad

wereld

onder:

65-plussers

bevolking

gezin

kind

volk

op:

platteland

uit:

beginjaren

van:

arbeider

bevolking

gezin

jeugd

land

mens

volk

bijzin ingeleid door

die

waarin

"armoede" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

aandacht voor armoede

cijfers over armoede

de bestrijding van armoede

de gelofte van armoede

de gevolgen van armoede

de kans op armoede

de mensen in armoede

de oorzaken van armoede

de strijd tegen armoede

[een, het] risico op armoede

(15 meer)

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met armoede?

achterstand

corruptie

criminaliteit

discriminatie

ellende

honger

misdaad

onderdrukking

ondervoeding

ongelijkheid

(7 meer)

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

absolute armoede

[armoe, armoede] troef

multidimensionele armoede

relatieve armoede

wat een [armoe, armoede]

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.