armoe

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
Opmerking: minder frequent dan 'armoede'; zie ook 'armoede'

In werkelijkheid heerste er veelal bittere armoe.

Maar u lijdt geen armoe?

In deze tijden van armoe en gebrek moeten de volken soms bijgevoerd worden om niet te verhongeren.

De negentiende-eeuwse schrille armoe die schrijvers als Andersen en Dickens in hun feestdagensprookjes aan de kaak stelden is gelukkig al lang voorbij.

Echte armoe is in mijn ogen altijd voor jezelf moeten zorgen.

Het was er armoe troef.

Rijk worden van andermans emotionele armoe, er valt veel over te zeggen.

Twee dagen verlof als je een baby krijgt, dat is pure armoe.

Een tijd van pure armoe brak aan.

Er is veel stille armoe onder de makelaars hier.

Saillant: werknemers in het openbaar bestuur en bij overheidsdiensten lopen met 0,2 procent verreweg het minste risico op armoe.

Het was een ' risico ' en dat kon gezinnen in de armoe storten.

Het nieuwe decreet kinderopvang sluit de kinderen uit die in armoe leven.

Het ontbreken van een volledige loopbaan doet zich vooral voelen als die goed opgeleide moeders met een halve baan na scheiding in armoe vervallen.

In deze tijden van armoe en gebrek moeten de volken soms bijgevoerd worden om niet te verhongeren.

Het gaat vanmiddag niet over wanhoop, armoe of ellende.

Ook over zijn jeugd in Colorado, in een klein stadje waar niets bijzonders gebeurt en waar een Italiaans gezin vecht tegen armoe en kou.

Armoe troef op de arbeidsmarkt.

Geen communicatie met je kinderen, hun aanwezigheid negeren – wat een armoe.

Wat een armoe als mensen niet kunnen discussiëren.

De eerste helft van zijn leven was het niettemin armoe troef.

De werkloosheid is er hoog, de armoe groot.

De wederopbouw was nog niet begonnen, er was volop armoe, woningnood, onvrede.

Wat merkt hij van de armoe in huis?

Haar leven bleef getekend door armoe.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben armoe als subject?

heersen

object bij

Welke werkwoorden hebben armoe als object?

lijden

bepaling voor "armoe"

adjectief, participium of numerale

bitter

echt

emotioneel

puur

schril

stil

bepaling na "armoe"

prepositiegroep of conjunctiegroep

onder

"armoe" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

het risico op armoe

iemand in de armoe storten

in armoe leven

in armoe vervallen

tijden van armoe

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met armoe?

ellende

kou

oorlog

rijkdom

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

[armoe, armoede] troef

wat een [armoe, armoede]

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.