introduceren

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Ik werd als actrice geïntroduceerd in deze heilige omgeving.

In het onderwijs zijn computers geïntroduceerd.

Mijn laatste werkgever heeft me persoonlijk bij uitzendbureaus geïntroduceerd.

Deze gnoom introduceerde zichzelf als de eerste dichter in het Gaelic die openlijk gay was.

In die periode introduceerde hij het postmodernisme in de Lage Landen.

Hij introduceert de term 'volksverdomming' en constateert dat de kunstzinnige film overal ter wereld marginaal is geworden.

De daders introduceerden zich in veel gevallen als politieagenten en reden in dezelfde auto.

De sinaasappel werd pas in de zestiende eeuw in Europa geïntroduceerd, door de Portugezen.

De anticonceptiepil werd in 1964 in Nederland geïntroduceerd.

De laparoscopie werd het eerst geïntroduceerd in de gynaecologie en daarna in de chirurgie.

De termen spookdoelpunt en fantoomcorner werden geïntroduceerd.

In 2008 werd het eigen risico geïntroduceerd en was het 150 euro.

Er werden primitieve vormen van landbouw geïntroduceerd uit zuidelijke landen.

Een dergelijke innovatie geeft nieuwe mogelijkheden maar introduceert ook problemen.

Het minimumloon werd geïntroduceerd om uitbuiting tegen te gaan.

Ik zal dat schema in twee stappen introduceren.

Zij werd ingeschreven voordat het lotingsysteem werd geïntroduceerd.

De strengere regels werden geïntroduceerd in de nasleep van de financiële crisis, vooral om herhaling te voorkomen.

Gisteren introduceerde het stadsbestuur de nieuwe site.

Hun vader introduceerde ze in de jagersgebruiken.

Voor gehoortoestellen wordt een eigen bijdrage geïntroduceerd.

We introduceren een nieuw instrument: loondispensatie.

Hij introduceerde zichzelf en het schrijfproces in de romantekst, wat hij daarna in elk boek zou doen.

Er zijn geen concrete plannen om dat in Nederland te introduceren.

Turkije introduceerde in 1876 de Rode Halve Maan als embleem.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bank

bedrijf

fabrikant

land

mens

minister

overheid

regering

regisseur

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

begrip

concept

mens

model

personage

product

systeem

techniek

term

vorm

(1 meer)

pronomen

dat

haar

hem

hen

het

iets

me

mij

ze

zich

(1 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

prepositiegroep

in:

boek

kring

onderwijs

wereld

op:

markt

bij:

publiek

predicatieve aanvulling

prepositiegroep of conjunctiegroep

als:

...

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.