wapenen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De vorige regering was al begonnen zich met betere raketten te wapenen.

Hoe wapent de samenleving zich tegen het onvoorziene?

Die ervaring heeft mij gewapend tegen zelfmedelijden.

Hoe kunnen we jongeren mentaal wapenen tegen radicalisering?

Nederland moet zich beter wapenen tegen cyberaanvallen die de nationale veiligheid bedreigen.

Ik weet niet of ik hen daartegen kan wapenen.

President Obama wil Amerika wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering

Hoe kunnen we hen wapenen om een plaats te vinden in die samenleving?

Ik wilde hen wapenen tegen het alom groeiende defaitisme.

Een samenleving moet zich wapenen tegen elke vorm van terrorisme.

Ook de Nederlandse strijdkrachten wapenen zich tegen 'nepnieuws'.

Niet alleen de kust wapent zich tegen de storm.

Zelf probeer ik mijn kind te wapenen voor de toekomst door hem te tonen dat er minder mooie kanten zijn.

De nieuwe Code Buysse wil bedrijven beter wapenen voor toekomstige uitdagingen.

Hoe kunnen corporaties zich dan wapenen tegen foute adviseurs?

Ons onderwijs moet jongeren veel beter wapenen voor digitale media.

Onze democratie moet zich wapenen tegen de ontbindende kracht van terreur.

In principe is ons lichaam perfect gewapend om met stress om te gaan.

Wetenschappers wapenen zich nu met kennis om het virus blijvend te bestrijden.

We zijn vandaag steviger dan weleer gewapend om met complexe problemen om te gaan.

Om de democratie beter te wapenen, kijkt ze onder meer naar het onderwijs.

De vraag is hoe en of een samenleving zich kan wapenen tegen het onvoorspelbare.

Alleen op die manier kan de eurozone stabieler en beter gewapend worden tegen financiële crises.

De wetgever is niet gewapend om zich te verzetten tegen het economische geweld van multinationals.

Ze waren gewapend, ze hadden plastic bandjes bij zich om hun slachtoffers te knevelen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

bedrijf

land

mens

regering

samenleving

sector

stad

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

bedrijf

jongere

kind

pronomen

hen

je

jezelf

me

mij

ons

zich

zichzelf

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

extra

goed

mentaal

moeilijk

onvoldoende

voldoende

prepositiegroep

met:

bijl

geweer

kalasjnikov

kennis

machinegeweer

mes

pistool

smartphone

stok

telefoon

(1 meer)

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

tegen:

aanval

burn-out

concurrentie

desinformatie

gevaar

gevolgen

klimaatverandering

voor:

strijd

toekomst

uitdaging

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij wapenen?

gaan

kunnen

moeten

proberen

weten

willen

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

tot de tanden gewapend zijn

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.