capaciteit

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De hoogovens draaien op volle capaciteit, zegt de CEO.

De Brusselse metro rijdt vanaf zes uur vanochtend op volle capaciteit.

Ook gaat de capaciteit van de longen achteruit.

Het zal nog twee dagen duren vooraleer de reactor van 1.006 megawatt weer op volle capaciteit draait.

Bovendien neemt de capaciteit van onze bossen om CO2 vast te houden wereldwijd sterk af.

Normaal heeft de luchthaven een capaciteit van vijfduizend passagiers per uur.

Leerdoelen leiden ertoe dat we onze capaciteiten gaan ontwikkelen.

Ze heeft er de capaciteiten voor, zegt haar vader.

Op dat moment bedroeg de capaciteit 450 plaatsen.

In de toekomst komt er meer capaciteit.

Anderzijds verminderen de cognitieve en lichamelijke capaciteiten van ouderen die noodzakelijk zijn bij het fietsen.

Het verleden heeft geleerd dat dan ruim 13.000 megawatt aan capaciteit in elektriciteitscentrales moet draaien.

Goed voor een capaciteit van 600 megawatt.

De deur ging zelfs enkele keren op slot omdat de maximale capaciteit bereikt werd.

Maar niemand twijfelt eraan dat Thyssen de capaciteiten bezit om Europees commissaris te worden.

Het ging haar er meer om, denk ik nu, dat ik mijn capaciteiten zou gebruiken.

Ik kon mijn eigen capaciteiten onvoldoende inschatten.

' Tja, mijn intellectuele capaciteiten werden in vraag gesteld.

Het restaurant krijgt een capaciteit van 250 plaatsen.

Hij is daar simpelweg niet toe in staat, omdat hij de capaciteiten mist.

U mag de intellectuele capaciteiten van onze partijleden niet onderschatten.

De capaciteit zal opgevoerd worden van 100.000 naar 300.000 pakjes per dag.

We bekijken of we de capaciteit kunnen verhogen.

Veel korpsen hebben vaste bewakingsposten voor politiegebouwen geplaatst, waardoor je elders capaciteit verliest.

Mijn tante, eigenaar van een schoonmaakbedrijf, zei: 'Je hebt veel capaciteiten, vergooi ze niet.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben capaciteit als subject?

achteruitgaan

afnemen

bedragen

blijven

dalen

erbij komen

groeien

in verhouding staan tot

komen

komen op

(13 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben capaciteit als object?

aanpassen

afstemmen

behouden

benutten

bepalen

beperken

bereiken

beschikbaar stellen

bezitten

bieden

(35 meer)

determinator

pronomen of numerale

alle

geen

meer

minder

veel

verschillende

weinig

bepaling voor "capaciteit"

adjectief, participium of numerale

ander

benodigd

bepaald

beperkt

beschikbaar

bestaand

bijkomend

cognitief

eigen

enorm

(42 meer)

bepaling na "capaciteit"

prepositiegroep of conjunctiegroep

tot

op:

Schiphol

gebied

lijn

net

netwerk

spoor

werkvloer

zee

van:

bed

bezoeker

gigawatt

kind

leerling

liter

megawatt

mens

netwerk

passagier

(7 meer)
voor:

persoon

bijzin ingeleid door

om te

"capaciteit" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

de verhoging van de capaciteit

de vraag naar capaciteit

een gebrek aan capaciteit

een tekort aan capaciteit

een uitbreiding van de capaciteit

een verdubbeling van de capaciteit

goed voor een capaciteit van [...]

op de helft van de capaciteit

weer op {volle, volledige, ...} capaciteit {draaien, werken, ...}

[zo veel] megawatt aan capaciteit

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met capaciteit?

talent

vaardigheid

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

vitale capaciteit

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.