genezen (beter worden)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Kan de patiënt nog genezen?

Die breuk geneest vanzelf.

Het dier genas sneller dan verwacht.

Na een aantal weken zal de wond genezen.

Blessures genezen snel, vooral als je jong bent.

Volledig genezen van de ziekte kan hij echter niet.

Tijdens die controles wordt gecontroleerd of alle littekens goed genezen.

Medicijnen kunnen patiënten helpen genezen.

Het zieke meisje geneest spontaan.

De patiënt is genezen en mag weer naar huis.

Brandwonden genezen heel moeilijk en dus is voorkomen beter dan genezen.

Van ptss kun je niet genezen, zegt hij.

Het ontstoken deel krijgt rust en kan genezen.

Gun Griekenland nu de tijd om die wonden te laten genezen.

Meestal is de gehoorgang binnen drie weken genezen.

Ook als de aandoeningen wel geheel zullen genezen, wordt het probleem verschoven naar de volgende generatie.

Enkele zeer lichte gevallen genezen spontaan.

Bij stenen in de nier of andere urinewegen neemt de kans op infecties toe, terwijl de steen nogal eens verhindert dat de infectie geneest.

Er zijn kankers die genezen, maar niet die van haar.

Vier van de jonge kankerpatiënten genazen weer, één kind stierf.

Bijna driekwart van kinderen met leukemie geneest, maar bij een kwart komt de leukemie terug.

De ontsteking geneest meestal binnen één tot drie weken, maar kan na verloop van tijd weer terugkomen.

De patiënt zal volledig genezen en hoeft geen latere problemen te vrezen.

Een piercing geneest van buitenaf.

Beide vrouwen genazen volledig, maar lijken soms nog heimwee te hebben naar een periode in hun leven waarin ze toch op het randje van de dood balanceerden.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

aandoening

blessure

breuk

dier

geval

infectie

kanker

kankerpatiënt

kind

litteken

(5 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

echt

goed

langzaam

moeilijk

niet

slecht

snel

spontaan

vlot

volledig

prepositiegroep

dankzij:

...

door:

...

na:

...

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

van:

kanker

ziekte

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij genezen?

beginnen

helpen

kunnen

laten

moeten

willen

zullen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.