blaffen

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De hond blaft.

De hond begon te blaffen en de daders vluchtten weg.

De klok tikte en buiten blafte een hond.

Het dier zat bij zijn bazinnetje op schoot en blafte.

Ik vind de wierrookbomen en hoor in de verte vosjes blaffen.

Als de Duitse minister van Financiën blafte, dan kefte zijn Belgische collega hem kwispelstaartend na.

Een waakhond die blaft en een inspectie met ballen maken werk veiliger.

Wolven blaffen weleens, maar alleen als ze nog welp zijn.

Ze blaften hun bevelen en voegden er telkens een scheldwoord aan toe.

Google gaat gebruikers leren om geen commando's meer te blaffen tegen de assistent

Toen een van de honden plots hard begon te blaffen, vluchtte de man.

Intussen blaffen de nazi's in eigen land en elders in Europa steeds harder.

Ik zeg altijd, ik blaf wel, maar ik bijt niet.

Het dier draaft naar het dichtstbijzijnde huis en blaft net zo lang om hulp tot de bewoners hem volgen naar de plek des onheils.

Zwanen verjaagt ze diervriendelijk: zwaaiend met theedoeken, terwijl ze blaft als een hond of ijselijk krijst

De drugshond blafte naar de bestelwagen, maar het is nog onduidelijk of dat verband houdt met de aanrijding.

Hij blaft dat we moeten mitkommen.

Een wandelaar had hem gevonden: haar hond was maar blíjven blaffen.

Hoor ik in de verte twee honden blaffen.

„ Voor ons is het niet erg als ze blaffen en bijten", zegt Schoenmakers, die zijn honden graag vergelijkt met auto's.

Een hond die naar kinderen blaft en gromt, doet dat dikwijls uit angst.

De Wever snoof verachtend: 'Canes latrantes non mordent, blaffende honden bijten niet, Joachim.'

De honden blaffen, de karavaan trekt verder

De sector en de consumenten moeten weten dat de NZa een waakhond is die blaft en zonodig bijt.

Volgens de éminence grise van de VVD ' blaft Verhofstadt met zijn eurofederalisme tegen de maan '.

Betekenissen

subject

Wie of wat (...)?

substantief

dier

hond

minister

vos

waakhond

wolf

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

bevel

commando

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

hard

lang

luid

veel

prepositiegroep

als:

...

naar:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij blaffen?

blijven

horen

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met blaffen?

bijten

grommen

bijzin ingeleid door

dat

in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

(wel) blaffen, maar niet bijten

blaffende honden bijten niet

de honden blaffen, of [iemand] blaft, (maar) de karavaan trekt verder

niet alleen blaffen, maar ook bijten; blaffen en bijten

{tegen, naar} de maan blaffen

  • subject
  • object
  • verbum finitum
  • scheidbaar deel
  • bepaling
  • voorzetselobject
  • n.n.
  • 1
    een hond of een dier blaft
    • dier
      • Het dier zat bij zijn bazinnetje op schoot en blafte .
    • hond
      • De klok tikte en buiten blafte een hond .
    • vos
      • Ik vind de wierrookbomen en hoor in de verte vosjes blaffen .
    • wolf
      • Wolven blaffen weleens , maar alleen als ze nog welp zijn .
      een hond of een ander dier maakt het voor honden typische geluid
    • 2
      iemand blaft
      • minister
        • Als de Duitse minister van Financiën blafte , dan kefte zijn Belgische collega hem kwispelstaartend na.
      • waakhond
        • Een waakhond die blaft en een inspectie met ballen maken werk veiliger.
        iemand uit dreigende taal, waarschuwt, laat zich horen, gaat tekeer of snauwt
      • 3
        iemand blaft iets
            • bevel
              • Ze blaften hun bevelen en voegden er telkens een scheldwoord aan toe .
            • commando
              • Google gaat gebruikers leren om geen commando’s meer te blaffen tegen de assistent
            • nieuws
              • Ze blafte , schreeuwde en krijste het nieuws ons land in .
            • woorden
              • De woorden worden geblaft , ondertussen flitst een wapen gevaarlijk heen en weer .
            iemand zegt iets op bitsige toon, schreeuwt iets, snauwt iets