ontsteken (aansteken)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.
(vaak in het passief)

Op kerstdag zelf kan men de kerstkaars ontsteken.

Op de kade achter de brug heeft men een groot vuur ontstoken dat de omgeving in een spookachtig licht zet.

De vreugdevuren werden maandag ontstoken.

De lichten worden ontstoken.

Op de aanvraag moet worden vermeld hoeveel vuurwerk ontstoken wordt en waar.

Een rode fakkel wordt ontstoken, mensen zwaaien met regenboogvlaggen.

Als de steenkring voltooid is, ontsteken ze vuren rondom de kring.

De harde kern van Genk ontstak rookbommen terwijl het vuur bij de Genkse spelers doofde.

Ontsteek het vuurwerk op een geschikte plek.

De vreugdevuren worden al decennialang ontstoken op een pleintje achter de hervormde kerk, waarbij autowrakken worden verbrand.

Kort nadat het vuurwerk langs de Donau wordt ontstoken komen de vragen.

In Israël worden op deze dag vreugdevuren ontstoken.

Pas als het Amerikaanse bedrijf dat de rechten op zijn naam heeft akkoord gaat, wil hij de vlam ontsteken.

Is de advent meer dan het ontsteken van vier kaarsen, die wat sfeer brengen?

Ze kunnen hieruit leren hoe een petroleumbrander moet worden ontstoken en hoe hij werkt.

Voor het ontsteken wordt vaak olie gebruikt.

Met veel acrobatiek worden de hoge kroonluchters ontstoken.

Een man ontstak een geïmproviseerd explosief in het publiek toegankelijke voorportaal van de Arena, zo getimed dat de eerste vertrekkende bezoekers het doelwit waren.

De vlam waarmee hij naar buiten komt en waarmee alle kaarsen worden ontstoken, wordt met een speciaal vliegtuig naar Athene gevolgen.

Toen kreeg ze waterpokken en werd de haard in haar slaapkamer ontstoken.

Iedere zondag van de Advent wordt er een kaars ontstoken.

We ontstaken de vlam en verlichtten de wereld.

Op de bodem van de kuil ontsteekt men een fel vuur.

De bombastische, aanzwellende muziek van Wagner ontstak het vuur.

Ontsteek vuurwerk met iets dat smeult, zoals een lont.

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

bom

explosief

fakkel

haard

kaars

licht

rookbom

vlam

vreugdevuur

vuur

(1 meer)

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

prepositiegroep

met:

...

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij ontsteken?

moeten

mogen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.