visie

substantiefprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Een ideologie, een samenhangende visie, ontbrak.

Een leider moet visie hebben, het geheel overzien.

Maar je moet wel een duidelijke visie op de toekomst hebben.

En ik heb al een visie voor de toekomst.

Hennis werkt aan een visie over de toekomst van de krijgsmacht.

'Dit initiatief past bij onze visie,' zegt Spikker.

Het past in onze visie om meer rust op school te brengen.

We dringen nooit een bepaalde visie op.

Er is nood aan een plan met visie.

De regerende politici willen niet en missen visie voor zo'n gesprek.

Iedereen bleek daar een andere visie over te hebben.

Voor elk van beide visies valt iets te zeggen.

De visies van de vier architectenbureaus verschillen enorm.

Aan de basis van de zorgverlening ligt een duidelijke visie.

Een goede visie op alle onderdelen van het onderwijs geeft duidelijkheid.

In het strategisch plan legt u de visie voor de komende 3 à 5 jaar vast.

Ik lees graag boeken waarin iemands persoonlijke visie zit.

Kortzichtig machtsdenken won het van inhoudelijke visie.

Tegelijk wil de partij haar Europese visie uitdragen.

De visie van een regisseur is daarin heel belangrijk.

Zo kan je een visie op lange termijn ontwikkelen.

Deze mentaliteit komt voort uit een verkeerde visie op de werkelijkheid.

Niet elke visie wordt snel werkelijkheid en dat hoeft ook niet.

Ze onderstrepen de visie en missie van de organisatie.

Maar op zijn minst moet er wel een gezamenlijke visie zijn.

Betekenissen

subject bij

Welke werkwoorden hebben visie als subject?

aan bod komen

aan de basis liggen

aansluiten bij

bestaan

betekenen

botsen

gelden

gelijklopen

getuigen van

haaks staan op

(17 meer)

object bij

Welke werkwoorden hebben visie als object?

bepalen

bevestigen

bieden

bijstellen

brengen

delen

doordrukken

eropna houden

formuleren

geven

(26 meer)

determinator

pronomen of numerale

alle

beide

dergelijke

elke

enige

geen

geen enkele

meer

meerdere

veel

(1 meer)

bepaling voor "visie"

adjectief, participium of numerale

Europees

achterhaald

algemeen

ander

artistiek

bepaald

breed

coherent

conservatief

duidelijk

(29 meer)

bepaling na "visie"

prepositiegroep of conjunctiegroep

op:

Europa

leven

mobiliteit

onderwijs

ontwikkeling

rol

samenleving

termijn

toekomst

wereld

over:

herinrichting

onderwerp

onderwijs

ontwikkeling

rol

thema

toekomst

van:

commissie

kunstenaar

minister

overheid

partij

raad

regering

regisseur

school

stad

voor:

Europa

gebied

jaar

ontwikkeling

stad

termijn

toekomst

"visie" in adpositiegroep of conjunctiegroep

prepositie of conjunctie

binnen

met

op basis van

vanuit

volgens

zonder

"visie" in adpositiegroep of conjunctiegroep bij een ander woord

aansluiten op een visie

behoefte aan visie

beschikken over (een) visie

een gebrek aan visie

een verschil in visie

ingaan tegen een visie

kaderen [binnen, in] een visie

passen [in, binnen, bij] een visie

voortkomen uit een visie

voortvloeien uit een visie

(3 meer)

en/of

Welk ander zelfstandig woord wordt vaak gecoördineerd met visie?

aanpak

ambitie

daadkracht

durf

idee

missie

strategie

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.